Ook erfgoed: Friese klokken
In de eerste helft van de vorige eeuw raakten de karakteristieke, regionaal gemaakte klokken, de Zaanse bij voorbeeld en de Friese, uit de gratie. De regulateur, die slechts een keer per week hoeft te worden opgewonden – bij de ‘Friezen’ moet dat dagelijks – deed zijn opmars. Maar in de jaren zestig gingen de mensen de schoonheidswaarde van de Friese klokken (daarover gaat het verder in dit verhaal) inzien en kregen ze weer een prominente plaats in hallen, gangen en huiskamers. Antiek! Inmiddels zijn de Friese staartklok en de (Hindeloper) stoeltjesklok weer uit de gratie en dat is verontrustend. Het is kostelijk erfgoed. Elke klok heeft z’n eigen verhaal.
Over de neergang van pake syn klok (grootvaders klok) vlak na de oorlog doen de wildste verhalen de ronde. Zoals dat van de handelaar, die een massa van die klokken op een vliering had liggen, ze besloot op te ruimen en ze een voor een in een open aanhangwagen donderde.
Klokkengek
Ik ben een klokkengek – liefhebber van mechanische klokken, wel te verstaan. Met open mond keek ik destijds naar een Friese staartklok die mijn ex van haar vader had geërfd. Was van een Friese boer gekocht en achter op de fiets mee naar huis genomen. Ze is gedecoreerd met een bijbelse voorstelling: het Offer van Abraham. Tegelijk met de beweging van de slinger zie je de aartsvader het mes boven de geknielde Isaäc zwaaien, terwijl bovenin het tafereel de reddende engel meebeweegt. Andere staartklokken laten vaak schommelende zeilschepen zien.
Later wilde ik ook zo’n klok, om nostalgische redenen bij voorkeur een stoeltjesklok. We zagen een replica bij good old V&D, maar die hebben we nog geen week in huis gehad. Een slecht product, alleen al omdat uur- en slagwerk door aparte gewichten werden aangedreven. Vind ik hè? Een goeie Friese klok heeft volgens mij één groot gewicht voor de tijd en voor de bel, plus een kleintje voor de wekker. Piepkleine kegelvormige koperen dingskes aan de andere uiteinden van de kettingen werken als stoppers, als de gewichten helemaal naar beneden zijn gezakt. Weer een ander verhaal wil dat Friese boeren die wekker gebruikten voor het tijdig doen opstaan van de knecht(en)
Technisch beter?
Uiteindelijk is de Hindeloper klok er gekomen. Inderdaad, wéér een replica. Gekocht bij een klokkenmaker in Joure. Hij maakte het uurwerk en een collega deed de decoratie. Desgewenst kon je de afbeelding aan de hand van een foto van het ouderlijk huis (lees boerderij) laten maken. Voor mij niet van toepassing. De technische kwaliteit zou wel eens beter kunnen zijn dan die van de antieke exemplaren, die sinds de 18e eeuw werden gemaakt. Hoezo? De klokkenmaker liet ons weten dat alles met de hand was gemaakt, behalve het raderwerk. Dat is van een hardere legering dan het materiaal dat in vroeger eeuwen werd gebruikt; bovendien (machinaal) gefreesd, wat meer nauwkeurigheid zou opleveren. Ze hangt en tikt nu al bijna veertig jaar, al moet ik bekennen dat ik de tijd zelden aan die klok ontleen. En de bel heb ik (tijdelijk) het zwijgen op laten leggen. Het tikken is ons meer dan genoeg. Prima reconstructie, maar in zoverre niet authentiek dat er ook een datumaanwijzing op zit. Wel de maanstand? Ja, die dan weer wel.
Marktplaats
Terug naar het erfgoedaspect. De Leeuwarder Courant had vorige week een verhaal: ‘Pake syn klok?’ Zelfs inbreker wil hem niet. Uit de gratie dus. ‘Het tempo van de vernietiging is onvoorstelbaar,’ zo citeert de krant de Friese Klokkengroep. ‘Talloze klokken die eeuwenlang in families zijn bewaard, verdwijnen nu ineens via Marktplaats en kringloopwinkels.’
Het advies van de Klokkengroep luidt: doe ‘m niet weg, bewaar ‘m desnoods op zolder, want de tijden blijven veranderen en die klokken kunnen zomaar ineens weer in de belangstelling komen.
O ja, in mijn ouderlijk huis hing ook een Friese staartklok. Waar die gebleven is….? Ik weet zeker dat mijn ouders in de loop der jaren zijn bestolen.