Who's Online
0 visitors online now
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
augustus 2018
Z M D W D V Z
 1234
567891011
12131415161718
19202122232425
262728293031  

Griekse mythen met een stiff upperlip

Boekbespreking door Sante Brun


Het boek ligt er al een tijdje, de Decamerone van Giovanni Boccaccio, in een fry-mythosherschreven versie. O nee: Aldo Busi, die het boek te pakken nam, schrijft in de flaptekst dat hij het boek vertááld heeft, en dat is wat anders dan herschrijven – herschrijven leidt al gauw tot inkorten, denk ik, maar daar is Busi verre van gebleven: het boek telt nog altijd 800 dichtbedrukte pagina’s, over de tien dagen die jonge Florentijnse edelen doorbrachten op een geïsoleerd gelegen kasteel, op de vlucht voor de zoveelste pestepidemie in hun stad. Om de verveling tegen te gaan vertellen ze elkaar min of meer geile verhalen. Busi vertaalde het boek in het Italiaans, hoewel dat natuurlijk ook de oorspronkelijke taal was, maar dan het Italiaans van omstreeks 1350, toen Boccaccio de honderd verhalen schreef. Ik heb de oorspronkelijke tekst nooit onder ogen gehad, de Divina Commedia van Dante Alighieri wel, ik heb het zelfs grotendeels gelezen, al kostte het ontstellend veel moeite om door de brij van voetnoten op elke pagina heen te komen. De conclusie was dat Italiaans uit die tijd niet gemakkelijk was, maar als je de tijd neemt redelijk goed te begrijpen.

 

 

 

Hoewel ergens in het boek staat dat Busi het werk wel degelijk herschreven heeft ga ik maar af op de laatste regel van de flaptekst: “Ik heb niet de pretentie dat dit een letterlijke vertaling is of een herschepping van het origineel of zoiets: het is het origineel vandaag.’

Ik ben er net aan begonnen.

Het gebeurt wel vaker dat een beroemd werk van wat oudere literatuur voor de moderne mens herschreven, vertaald, omgevormd etc wordt. Een bekend voorbeeld is de Max Havelaar van Multatuli. De moderne (en ingekorte) versie ervan deed bij verschijnen nogal wat stof opwaaien, het was verminking, het was nergens voor nodig, het was een knieval voor de moderne laaggeletterde. Een deel van het bezwaar snijdt wel degelijk hout: het origineel is natuurlijk geschreven in negentiende-eeuws Nederlands, maar ondanks dat, of dankzij dat, nog heel goed begrijpend te lezen. Dus waarom veranderen, tenzij inkorten de bedoeling is.

Kortom: moderniseren moet kunnen, mits het deskundig gebeurt en met eerbied voor het oorspronkelijke werk.

Mythos van Stephen Fry, al een hele tijd bestseller in Nederland, is noch een vertaling uit het Grieks, noch een compleet werk. Als Stephen Fry zich ergens mee bemoeit dan is het uitgesloten dat het iets anders wordt dan een werk van Stephen Fry. En dat is Mythos dan ook geworden.

Ik heb wel de voorzorg genomen om het in het Engels te lezen, want als iemands teksten onvertaalbaar zijn, dan zijn het die van Fry. Ik denk dat het veel moeite gekost moet hebben om de stiff upperlip, the tongue in cheek, het Oxford English  en de verwantschap aan de wereld van Monty Python onbeschadigd over te brengen in het Nederlands.

Mythos is dus geen vertaling van enig boek. Dat kan ook niet want dat boek bestaat niet. Wel bestaat er een groot aantal enigszins met elkaar samenhangende verzamelingen van Griekse mythen en sagen, voor zover mij bekend nooit, althans niet recent, uitgegeven in enige andere taal dan Oud-Grieks. Ik mag me hier verder niet mee bemoeien, ik heb geen gymnasiumdiploma. (Wel hbs-a. Bij de diploma-uitreiking in 1957 kreeg ik als waardering voor mijn cijferlijst een boek met Griekse mythen en sagen. Ik kan het helaas nergens meer vinden.)

Fry heeft dus een keuze gemaakt uit het beschikbare materiaal, het gelezen en vervolgens herschreven, vermoedelijk tot onherkenbaarheid. Hij vertelt de grotendeels gruwelijke verhalen over moord en doodslag, verraad en ontrouw – het onwetend dan wel opzettelijk opeten van eigen of andermans kinderen, het misbruiken van iemands verliefdheid om er zelf beter van te worden, incest, overspel, afgunst, gierigheid – tussen de Griekse goden onder leiding van Zeus en Hera – hij een rokkenjager die het me-too-tijdperk niet overleefd zou hebben, zij een jaloerse en valse kat – en halfgoden, saters, titanen en wat al niet. Met name het standsverschil tussen de verschillende groepen speelt een belangrijke rol: de goden zijn natuurlijk onsterfelijk, de rest, met wie de goden vaak zeer intiem omgaan, weer niet, en allerlei overgangstussenvormen.

Soms zijn de verhalen sober verteld, je ziet Fry naast het haardvuur zitten praten, een goed glas claret onder handbereik. (En dan al die Oud-Griekse namen uitspreken zoals Engelsen vinden dat het uitgesproken moet worden: Mythos wordt maisos, Hera wordt hiera, Aphrodite eefrodaitie. Ik moet niet denken aan Hephaestos of Hecatonchires; o ja: Hades is uiteraard heedies. Ze denken in Albion echt dat het zo moet, gewoon, omdat zij het zo doen.) Maar ook zijn het soms dialogen als uit een hedendaagse soapserie, of de tekst van een kasteelroman. Natuurlijk wordt Monty Python ergens genoemd (met name de scène in de kaaswinkel waar geen kaas te krijgen is, André van Duin heeft daar een eigen versie van gemaakt) maar ook verwijzingen langs de neus weg naar moderne toestanden, om te tonen dat alles verandert maar ook alles hetzelfde blijft.

Dat de goden net mensen waren, dat wisten we, maar dat ze zo erg menselijk waren als Fry met onmiskenbaar gusto beschrijft, daar keek ik dus van op.

Fry is een van die laatste eenzame figuren uit het Britse onderwijssysteem met kostscholen en beroemde universiteiten, uitsluitend toegankelijk voor de upperclass, voor wie het vanzelfsprekend is dat je alle vormen van superieur converseren en literair schrijven beheerst – Boris Johnson hoort er ook toe, al zullen hij en Fry geen echte vrienden van elkaar zijn.

In ieder geval heb ik het boek in één ruk uitgelezen, en er veel kennis van de Griekse mythen mee opgedaan. En me onderwijl behoorlijk geamuseerd.

Een reactie op “Griekse mythen met een stiff upperlip”

Reageer