Who's Online
2 visitors online now
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
juli 2018
Z M D W D V Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
293031  

Spannende film in tijden van filmkeuring

le-salaire-de-la-peurSante Brun


ij staat wel vaker op het programma en zaterdag jongstleden was het bijna gelukt: de film Le Salaire de la Peur van Henri-Georges Clouzot uit 1953 was te zien op Canvas, dus niet onderbroken door reclame.

Dat is een onwrikbare voorwaarde voor film op tv: zonder reclame. Gisteren zag ik toch nog een staartje van Four Wedding and a Funeral, vermoedelijk de film die ik het vaakst heb gezien van alle films (kan ook La Grande Bouffe zijn, dat houdt u dus nog tegoed). Ik viel midden in het gesprek tussen Charles en Fiona op de Schotse bruiloft van Charles’ geliefde Carrie, die dus met iemand anders trouwt, waarbij Fiona bekent dat ze al jaren verliefd is op Charles – en ik weet dat een of twee minuten later Gareth, met kilt en al, dood neervalt.

  

Maar tijdens dat zeer aangrijpende gesprek tussen twee versmade geliefden verschijnt er een smerige lichtblauwe slagroomtaart in beeld en roept iemand: deze film wordt mogelijk gemaakt door… Maar door wie hoor ik al niet meer – ik kijk nog liever naar voetballen (waar ik liever niet naar kijk wegens dodelijk saai) dan naar een film die onderbroken wordt door een lichtblauwe taart. Zap, weg.

Het is vermoedelijk 1954 of wellicht 1955 en ik zit met mijn vriend en klasgenoot Pieter in de Carolus bioscoop op Plein 1944 in Nijmegen. Ik was 16 jaar of wellicht al 17, en de film is door de filmkeuring goedgekeurd voor kijkers van boven de 18. Mogelijk om de bijna blote tieten van actrice Vera Clouzot (geen familie, meen ik) die in een shabby café in een met kranten dichtgeplakt dorp in Zuid-Amerika onophoudelijk op haar knieën met loshangend bloesje de vloer dweilt en tussendoor de afzichtelijke cafébaas geslachtelijk bedient.

Als de film begint en Vera begint te lonken naar de mooie jongen van het zwerversvolk dat het dorp bewoont, Yves Montand, die zich in het teruglonken niet onbetuigd toont – als de film begint, zei ik, neemt naast mij een man van middelbare leeftijd plaats die geen aandacht aan ons schenkt en geboeid naar de film kijkt. Dat weet ik, want ik houd hem uit mijn ooghoek scherp in de gaten.

Ik weet niet hoe de filmkeuring zijn strenge normen handhaaft op het Nederlandse platteland, maar deze man rúikt gewoon naar geheim agent van de filmkeuring die Pieter en mij zo dadelijk in triomf naar het gevang zal afvoeren. We zijn immers nog geen 18 jaar, dat valt gemakkelijk vast te stellen.

Al was de film zo spannend geweest als een vierkante taart met blauwe slagroom, dan nog was de aanwezigheid van deze zwijgzame figuur in de verder vrijwel lege bioscoop al spannend genoeg.

Even een spoiler: we zijn er levend vanaf gekomen.

Anders dan drie van de vier hoofdfiguren in de film, te weten Charles Vanel, Folco Lulli en Peter van Eyk, of eigenlijk alle mannelijke hoofdfiguren, want Yves Montand moet er ook aan geloven, Vera Clouzot kan daarna nog een tijdje doorwalsen tot het nieuws ook haar bereikt.

Het verhaal is kort: in dat niet nader bekend gemaakte Zuid-Amerikaanse dorp wordt bekend dat een paar honderd kilometer verderop een oliebron ontploft is en in brand staat. De enige manier om die brand onder controle te krijgen is: een kwak nitroglycerine in de bron kieperen. Iedereen begrijpt: dat zal me een knal geven.

In het dorp worden vrijwilligers geworven die de nitroglycerine op twee vrachtwagens naar die oliebron moeten rijden, belangstelling genoeg want ze kunnen voor die gevaarlijke klus drieduizend dollar krijgen. Een hoop geld, destijds.

Tijdens de angstige twee uur in de Carolus bioscoop in Nijmegen heb ik er geen seconde aan gedacht: hoe is die nitroglycerine eigenlijk in dat achterlijke dorp aangeland, en dan vandaar uitgerekend over de allerslechtste wegen van de wereld naar die bron gebracht? Maar als gezegd: ik had andere zorgen dan mij dit af te vragen.

Enfin, Peter van Eyk scheert zich in de rijdende vrachtwagen glad, onderweg naar de oliebron. We hebben al menige adembenemende gebeurtenis meegemaakt waarbij de nitroglycerine een hoofdrol speelt (Het is een vloeistof die bij de geringste schok een enorme explosie veroorzaakt.)

De geoefende filmkijker weet dan al: Peter scheert zich omdat hij op het hardgekookte standpunt staat dat als hij toch een lijk moet worden, dat dat dan een ietwat gesoigneerd lijk moet zijn. Vijf minuten later hobbelt de vrachtwagen een beetje te hard en vliegt met een daverende knal de lucht in, daarbij de problemen voor de tweede  vrachtwagen bijna onoverkomelijk makend.

Nou ja, Montand komt als enige (met aan boord zijn inmiddels overleden maat) aan bij de oliebron, het lukt die te blussen (we zien dat niet, dat zou te duur zijn geworden) en Montand aanvaardt de thuisreis. Waarbij blijkt dat hij dusdanig opgelucht, overstuur en krankzinnig is geworden, dat hij de vrachtwagen een ravijn in stuurt. De sirene op het dak van de cabine blijft nog even luid toeteren.

Uiteindelijk zag ik de film niet op Canvas (vader moet om uiterlijk 10 uur naar bed, en hij begon om 22.20 uur) en dat kon ik niet verkroppen. Ik zocht op YouTube en jawel: een Duits nagesynchroniseerde versie in twee delen.

Wat vooral opviel was de schitterende zwart-witfotografie en het onversneden bravoure van de acteurs, de spanning (ook zonder inspecteur van de filmkeuring) die regisseur Clouzot weet vast te houden – en de hopeloze ouderwetsheid van deze op de kop af 65 jaar oude film: in de eerste helft gebeurt er niks spannends, wordt alleen maar de relatie tussen de vier protagonisten uit de doeken gedaan, alle vier even uitzichtloos als illusieloos en toch ontzettend voorzichtig, volwassen en avontuurlijk, eigenlijk.

Pas na het eerste uur begint de spanning.

Het zijn eigenlijk twee films voor de prijs van één.

En nu ga ik maar weer eens naar La Grande Bouffe kijken. Oh nee, eerst Det Sjunde Inseglet van Ingmar Bergman. Ook al voor boven de 18.

Ook al lekker een potje schaken met De Dood.

Voorpagina hhBest

Reageer