Camilleri (92) blind, maar nog steeds niet voor de eigentijdse Italiaanse politiek
Boekbespreking door Sante Brun
Van dat ontslag hebben we daarna niets meer vernomen en voor me ligt nummer 28, als ik goed geteld heb, getiteld Il metodo Catalanotti. Ik heb niet aan alle door mij gelezen Camilleri’s aandacht besteed op deze website, maar ik wil een uitzondering maken voor deze.
Maar eerst dit: Andrea Camilleri (op 6 september wordt hij, als alles meezit, 93 jaar) is sinds vele jaren schrijver, niet alleen van de reeks avonturen van commissaris Montalbano – gialli heet het genre in Italië – maar ook van een aantal boeken over de geschiedenis van Sicilië, over Pirandello, over zijn eigen verleden als jongetje onder het regime van Mussolini en enkele zeer verhelderende werkjes over de Siciliaanse maffia.
Hij woont, verrassend genoeg, in Rome. Al zijn hele werkzame leven, dat hij vooral besteedde aan zijn oorspronkelijke vak: toneel- en filmschrijver, en dito regisseur, producent en docent. Hij schrijft de boeken die hij situeert op Sicilië (bijna allemaal) in Siciliaans dialect, althans: in een persoonlijke versie van die taal die anders dan veel andere Italiaanse dialecten, moeiteloos begrijpend te lezen is.
Waarom dus nu toch dit stukje?
Om een aantal redenen. Bijvoorbeeld omdat Camilleri er, openlijker dan ooit, kritiek heeft op de moderne politiek in Italië in verweeft, maar vooral omdat ‘de methode Catalanotti’ gaat over de manier waarop een amateurtoneelregisseur in Vigata, een denkbeeldig stadje op Sicilië waar Camilleri’s geboorteplaats Porto Empedocle model voor staat, zijn amateurtoneelclub leidt. Het komt erop neer dat de acteurs op soms bizarre wijze worden getraind om te acteren alsof ze niet acteren, en vergeten zijn dat ze op het toneel staan. Je merkt hier duidelijk de grote deskundigheid van de schrijver op.
Carmelo Catalanotti komt zelf niet levend in het boek voor. Het is natuurlijk weer een Montalbaans ingewikkeld plot, waarbij de bekende vrouwenjagers van het politiecorps een rol spelen, alsmede het uniek lekkere voedsel van het eiland. In dit geval is ook Montalbano zelf een vrouwenjager (maar ja, wie kan er heen om de mooie Antonia, de tijdelijke chef van de technische recherche?).
Uiteindelijk draait het verhaal zoals gebruikelijk uit op iets heel anders dan je verwacht en de vaste verkering van Montalbano wordt ondanks alles misschien ook wel gered. Hoewel – dat is misschien iets voor deel 29.
Waarbij we het intussen heel normaal zijn gaan vinden dat Camilleri zijn boeken de laatste tijd dicteert – hij is kort geleden volledig blind geworden.
Dan nog even de Italiaanse politiek. Montalbano heeft felle kritiek op een land dat bezig is met de grote politiek maar een belangrijk deel van de jeugd zonder werk, zonder geld en zonder toekomst laat zitten, hij stipt dat op meerdere plaatsen in het boek aan.
Op de eerste pagina’s van het boek loopt Montalbano, als zo vaak, op het strand bij zijn huis in Marinella, als plotseling de voorpagina van een krant in zijn gezicht waait. ‘Aalarmerende cijfers over werkgelegenheid’, staat er, met als onderkop ‘Sicilië opnieuw de regio in Europa met het laagste percentage mensen met een baan: 40 procent’. Daarnaast een andere kop: ‘Wat gebeurt er als we de euro verlaten?’ en een derde bericht: ‘Nieuwe maatregelen tegen het terrorisme’.
Dan nog een bericht: dat het gezicht van komiek die de partij Vaffaday (bedoeld wordt natuurlijk Beweging Vijfsterren) heeft opgericht, niet meer in de naam zal voorkomen, maar dat de website voortaan ‘beweging puntoit’ zal heten. Wat? Ja, puntoit schrijf je natuurlijk als .it, de extensie van Italiaanse websites. De partij die net zo lang NEE zegt tegen alles, tot ze aan de macht is waarna ze een einde maken aan alle andere partijen, een situatie die wij momenteel in Italië zien ontstaan. Montalbano hoopt dat hij ‘die dag niet zal zien’. ‘Hij verfrommelde de pagina en gooide die in zee. Hij had door het lezen ervan het gevoel gekregen zich bevuild te hebben. Hij keek rond, zag niemand, kleedde zich uit en liep de nogal koude zee in. Hij kreeg er zowat een beroerte van’.
En de migratie? Daar had Camilleri in enkele eerdere delen van Montalbano al zijn mening over geuit. Net als over de maffia.