Wie is online
7 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
mei 2018
Z M D W D V Z
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728293031  

Een heel Russisch boek van een Hollander

Boekbespreking door Sante Brun


tsjaikovskistraatVeel lof gezien voor het boek Tsjaikovskistraat 40 van Pieter Waterdrinker. En niet ten onrechte. Het boek is een echte pageturner ondanks het feit dat het van de hak op de tak springt, heel vaak een zijstraat inslaat maar uiteindelijk weer op de hoofdweg terecht komt. Het is waargebeurde geschiedenis – met name die van opkomst en ondergang van de Sovjet-Unie – maar ook, zoals de ondertitel ook meldt een ‘autobiografische vertelling’ met veel cynische grofheid maar ook tedere liefde tussen de ik-figuur en zijn Russische vriendin Julia, zijn bezorgdheid om zijn ouders en zijn handelsactiviteiten in overgangstijd.

De straat waar hij woont in achtereenvolgens Petrograd, Leningrad, en Sint Petersburg (maar door iedereen al die tijd Piter genoemd) is niet genoemd naar de componist, maar naar een of andere al lang vergeten communistische partijbons. Maar het is wel toevallig een straat waar menige  figuur gewoond heeft die zou kunnen staan voor een bepaald stadium in de woelige geschiedenis, met name die na 1988.

  

De ik-figuur studeert Russisch en komt mede daardoor terecht in een schimmige smokkel van Bijbels naar de Sovjet-Unie, waar zijn contactpersoon, anders dan verwacht, vrijwel uitsluitend keiharde commerciële motieven heeft met de handel. De ervaring van Waterdrinker – want ik denk dat hij gewoon zelf de ik-figuur is – met die eerste handelsactiviteit in 1988 is zo negatief dat hij besluit naar Nederland terug te keren, de studie Russisch op te geven, nooit meer naar Rusland te gaan en rechten te gaan studeren.

Maar dat zit hem niet glad en voor hij het weet zit hij in een ongeregelde handel met allerlei goederen en ook en vooral in dure reizen, uitgedacht door allerlei op geld, drank en hoeren azende goochemerds aan beide zijden van het IJzeren Gordijn, waar, zo denkt Waterdrinker al snel, hij zo ongeveer slapend steenrijk van zal worden.

Ik zou de pointe weggeven als ik nu zou uitweiden over de manier waarop dat uiteindelijk uitpakt – hoe dan ook, terwijl zijn vriendin zich aan allerlei opbouwende activiteiten wijdt en als lerares Duits de kost verdient, droomt Waterdrinker van een roman die hij dringend moet schrijven maar daar niet toe komt, Intussen dus die roman schrijvend, met als hoofdthema, inderdaad, opkomst en ondergang van het tsarenrijk en de opvolgers daarvan, de Sovjet-Unie en de Russische Federatie – met als alleenheerser nog altijd een tsaar.

Zowel tsaar Nicolaas II als Lenin en Stalin komen er, zacht gezegd (en uiteraard terecht) bekaaid vanaf, vooral de laatste twee beschrijft Waterdrinker als psychopathische moordenaars. En dat alles tegen de achtergrond van het eeuwige Rusland en brede rivieren van wodka, bier en wijn. En van in koude, sneeuw, ijs en modder kreperende stakkerds in de gruwelijkste woonholen die erbij horen.

Of Waterdrinker het leuk vindt, dat weet ik niet, om het hem te vragen ken ik hem niet goed genoeg of eigenlijk gewoon helemaal niet, maar feitelijk vanaf de eerste bladzijde moest ik denken aan een collega van hem, Arthur van Amerongen: iemand die een onregelmatig en woest maar wel heel origineel leven leidt, een enorm maar ongekunsteld schrijftalent heeft dat, woonachtig in het huis uit de titel, helemaal Rus wordend, compleet met de huizenhoge geldzorgen die daar heel normaal zijn, zich nauwelijks bekommerend om allerlei slordigheden (waar zijn redacteur op had moeten letten) je meesleept in een in razende vaart voortdenderend verhaal waar je als lezer nauwelijks de tijd krijgt om te herademen, en waarin je soms het spoor (bijvoorbeeld naar het antwoord op de vraag: waar zitten we nu weer?) bijster bent.

En dat eindigt in een honderd procent Russisch-romantische scène met een straalbezopen maar zeer verliefde schrijver die weemoedige platen van Hildegard Knef draait en vervolgens zijn vriendin van school haalt in een koets met twee zwarte paarden en een koetsier die buiten dienst is maar er wel lol in heeft. Voor een flinke fooi. Het is inmiddels 2016.

Een schitterend boek dat je in stille verbijstering achterlaat.

Voorpagina hhBest

Reageer