Afscheid van Stabat Mater-concerten met eigentijds meesterwerk James MacMillan
et twintigste Stabat-Mater-weekeinde in de Oirschotse Sint-Petrusbasiliek, dat tevens het laatste is – de cyclus behoort om financiële redenen voortaan tot het Brabants cultureel erfgoed en dat is een wrang verhaal apart – is muzikaal gezien tevens een absoluut hoogtepunt. Dat danken we aan een sublieme uitvoering van de eigentijdse versie (Nederlandse première) van de Schotse componist James MacMillan door het kamerkoor Studium Chorale en strijkers van philharmonie zuidnederland.
MacMillan’s compositie, voor het eerst uitgevoerd in Londen in 2016, is een enerverend werk dat tot het beste behoort van wat wij in de loop van jaren in de Oirschotse basiliek tot ons hebben mogen nemen. Niks piep knor, om met muziekjournalist Thea Derks te spreken, maar een zeer toegankelijk stuk vol (dynamische) verrassingen, waaraan door de twee ensembles volledig recht wordt gedaan.
Ik schrijf twee ensembles, omdat de rol van de strijkers niet zozeer begeleidend is, maar evenwaardig aan die van de zangers. De sympathiek en bescheiden overkomende Zweedse dirigent Per-Otto Johansson, weet dit uitstekend in de hand te houden. De solisten, Mette Rooseboom (sopraan), Maria de Moel (alt), André Cruz, Jelle Leistra, Raimonds Poes, Laurens Wyns (tenoren) en Philip Barkhudarov (bas) treden fysiek niet, zoals gebruikelijk, op de voorgrond, maar leveren voortreffelijk hun aandeel te midden van het koor.
Het contrast met het Stabat Mater van de romantische Liechtensteiner Joseph Rheinberger, dat aan de uitvoering van MacMillan vooraf gaat, kan niet groter zijn, maar ik kan me voorstellen dat dit een geliefd werk is bij de gemiddelde minnaar van klassieke muziek.
Herhaling vanmiddag om 14:30 uur. Duur anderhalf uur.
Thea Derks tweet: @jamesmacm is a wonderful composer, glad you liked his Stabat Mater! I’m going to review his opera Clemency in @Opera_Forward 22 March.