Bespiegelingen omtrent Kootevrachten
Ik zag hem in de film ‘Alles is familie’ waarin hij voordeed hoe hij een Canta-brommobiel de elandproef afnam. Geniaal: hij duwde een beetje tegen de zijkant en het karretje sloeg niet om. Ik zag in een ander filmpje dat omvallen juist heel nuttig kan zijn, voor een Canta, je kunt hem op zijn kant onder de gesloten slagboom van de parkeergarage door duwen, en dat scheelt tegenwoordig al gauw een joet. Met een Ferrari gaat het ook, maar of ik dat leuk vind, daar moet ik nog even over nadenken. Smerige patsers en laaienlichters.
Maar dit terzijde.
Het is maar goed dat niet iedereen alle kassabonnetjes, tolwegkaartjes, winkelcentrumnummertjes, kladjes en boodschappenbriefjes bewaart. Zoals Van Kooten (en zijn vader, en Wim de Bie, waar is die trouwens gebleven?) Maar die Van Kooten, die kan er wel wat mee, met die zooi. Hij is inmiddels ouder dan 75 jaar en hij doet er verstandig aan eens een paar schoenendozen met rotzooi open te trekken en de inhoud kritisch te schiften. Ik zou daar een voorbeeld aan kunnen nemen. Bij mij doet Djamila dat en soms denk ik: gelukkig heb ik minder schoenendozen, eigenlijk helemaal geen, en van wat ik bewaard heb, kan ik geen dikke bestseller samenstellen.
Maar zelf uitzoeken heeft ook iets elegants. Je doet net of het allemaal kostbaarheden zijn en je voorkomt ermee dat binnen de minuut na je overlijden iemand al vuilniszakken staat te vullen met de ongelezen rotzooi uit je boekenkasten en archiefmappen.
Het boek kreeg ik trouwens van Djamila, maar ook dit terzijde. Waarvoor nog hartelijk dank. Ik heb de hint begrepen.
Een stuk of twintig columns voor het Vlaamse weekblad Humo achter mekaar, dat is meteen ook wel von dem Guten zuviel. Van de meeste zijn de onderwerpen nogal voormalig, nooit voorbarig maar soms ook wel flink hiernamalig. (Het is zonde dat ik het zeg en van een bij voorbaat mislukte poging ook eens een Van Kootje te doen. Dit is een tantebetje.)
Veel woordspelerij gaat op den duur ook wel, eh, een heel klein beetje voor de hand liggen, mede gezien de vele winkels die tegenwoordig een woordspeling als naam hebben.
Wat mij over enkele bezwaren heen tilt is het aantal ongepubliceerde columnsays die in het boek zijn opgenomen, alsmede een opmerkelijk aantal voorwoorden en toespraken die jullie maar zelf moeten lezen, let vooral op de veelvuldig voorkomende verrassende zijwegen die de heer Van Kooten weet in te slaan.
Eigenlijk is het inslaan van verrassende zijwegen de core business van de heer Van Kooten.
En de running gag, uiteraard ook. Zo levert het verlangen van mevrouw Van Kooten (de moeder van Kees, in dit geval) naar een man met een strakke scheiding in het haar de lezer in toenemende mate een zekere mate van ontroering op.
Ook leveren enkele stukken die zijn opgenomen in het A4-grote, rijk geïllustreerde 470 pagina’s tellende boek enig praktisch nut op. Zoals de uitgebreide uitleg betreffende de tekst die Van Kooten schreef voor het Groot Dictee der Nederlandsche Taal van 2013, waarvan wij dezer dagen het smartelijk verscheiden herdenken (niet van die tekst, niet van het jaartal, maar van het Dictee zelve).
Toen Van Kooten die tekst destijds motiveerde in het populaire tv-programma De Wereld Draait Door (voor al uw gegarandeerd hoge verkoopcijfers) moest ik onwillekeurig even denken dat de heer Van Kooten niet meer geheel en al goed bij zijn hoofd was. (Hetgeen bij mensen van zijn ook toenmalige en inmiddels voormalige maar gelukkig nog niet hiernamalige leeftijd wel eens wil voorkomen.)
Dat hield nog aan tijdens het dictee zelf, maar in dit boek staat dus de oplossing van het raadsel klip en klaar: Van Kooten verwerkte enkele qua syntaxis niet geheel correcte zinnen in dat stuk, met als doel zijn stelling te ondersteunen dat een juiste spelling der Nederlandse taal weliswaar van groot belang is, maar een juiste zinsbouw daarentegen essentieel.
Vandaar dat de titel van het boek Karrevrachten Pennevruchten heet, door mijn spellingchecker nota bene goedgekeurd, en niet Karrenvrachten Pennenvruchten, omdat de heer Van Kooten, in dit geval in de persoon van dr. E.I. Kipping in het voorwoord uiteenzet: dat hij wel weet wat de juiste spelling is, maar dat het hem geen bal kan schelen.
En zo is het maar net. Met je paddenstoelen en je pannenkoeken. En je astrologiestudie. En je pukkelkont.
En dan nog dit.
De eerste zin van een artikel op pagina 204 luidt: ‘Het spijt mij zeer dat ik dit zeggen moet, maar wat ik in Nederland zonder een centje pijn zou kunnen missen, zijn boeken als het onderhavige.’
Uit de rest van het artikel blijkt dat de heer Van Kooten die zin geheel anders bedoelt dan het hier staat, maar dat komt doordat ik het citaat kort wilde houden.
U moet de rest zelf maar lezen. De heer Van Kooten en zijn uitgever De Harmonie zullen mij dankbaar zijn voor deze aanbeveling.
Mijn IBAN is op aanvraag verkrijgbaar.