Twee sanatoria in de bergen
Film door Sante Brun
oor een eigenaardig toeval lees ik sinds enkele dagen Der Zauberberg van Thomas Mann en keek ik gisteravond een film die ik al een paar maanden in huis heb, La Giovinezza van Paolo Sorrentino.
Hoezo is het een toeval? Omdat Mann’s boek uit 1924 zich – voor de Eerste Wereldoorlog – afspeelt in een chique Zwitsers sanatorium, net als La Giovinezza. Ik heb het even nagekeken: de sanatoria in Davos respectievelijk Wiesen zijn nog geen twintig kilometer van elkaar verwijderd.
Voor de rest kan ik er weinig van zeggen omdat ik Der Zauberberg nog niet erg gevorderd ben en dat zal vooralsnog wel zo blijven: ik heb op dit moment 85 van de bijna duizend pagina’s gelezen en kan zeggen dat ik er nog altijd een verrassend genoegen aan beleef.
La Giovinezza gaat, zoals de titel ook suggereert, over de jeugd, en dan vooral: de jeugd die definitief voorbij is voor de twee hoofdfiguren, de componist Fred Ballinger en de filmregisseur Mick Boyle; Ballinger beseft dat feit terdege maar kan er slechter mee omgaan dan hij wil laten blijken, Boyle omringt zich met jeugdige acteurs en filmers om mínstens nog eenmaal te schitteren. Ze komen elkaar in Wiesen tegen, allebei ook omdat ze, niet zo verwonderlijk gezien hun gevorderde leeftijd, problemen hebben met de prostaat. Ze verblijven al een tijdje in het sanatorium, Boyle is er aan het werk voor zijn film, Ballinger is met pensioen en wil niets meer met zijn werk te maken hebben, nu zijn vrouw zijn composities niet meer kan zingen, ook niet als hij een vererende uitnodiging krijgt om op te treden voor de Britse koningin.
Ze hangen wat rond, pardon: ze kuren een beetje, maken weddenschapjes met elkaar, halen grapjes met elkaar uit en praten over de vrouwen die ze al of niet in hun bed hebben gehad.
Maar Boyle staat een verschrikkelijke teleurstelling te wachten. Hij wil voor zijn film Brenda Morel strikken, een actrice waar de twee het vaak over hebben. Maar Brenda voelt er niets voor – waardoor we te zien krijgen dat Jane Fonda, die de rol speelt, de jongste bloem niet meer is. Fred en Mick hadden haar tot dan toe nog altijd als wonderschoon, jeugdig en onbereikbaar voor ogen.
Hoe ze zich Brenda nog altijd voorstellen, zien de twee op de dag dat Morel Mick bezoekt. Miss Universe (Madalina Ghenea) die voor een optreden in de (zeer dure en exclusieve kliniek) is en in al haar jeugdige naakte schoonheid in het bad stapt waar Mick en Fred liggen te ‘kuren’ en vooral hun ogen uit te kijken. Hoe Morel er, daarbij vergeleken, uitziet, schokt Mick danig, misschien meer nog dan haar weigering mee te werken aan zijn film.
Als goed leerling van Fellini (‘beter goed gejat dan slecht nagemaakt’) mengt Sorrentino ook enige pittige bijfiguren (iets meer dan figuranten) door zijn product, zoals een oerlelijke masseuse, een escortmeisje – enkele seconden te zien – gespeeld door Gabriella Belisario, de boeddhistische monnik Dorji Wangchuk die wel degelijk blijkt te kunnen leviteren, ik meen dat het in de mooie jaren zeventig ‘hoppen’ heette, en Roy Serrano, aangeduid als ‘Zuid-Amerikaan’, in wie wij moeiteloos Diego Maradonna herkennen. Wat hun aanwezigheid moet betekenen, daar mag je zelf van alles bij bedenken.
De film zou eindeloos zijn geworden als Fred en Mick bij hun standpunt waren gebleven, maar de geoefende filmkijker ziet al vroeg aankomen dat Fred zal zwichten voor de verleiding om nog éénmaal te schitteren.
En Mick neemt een nog veel drastischer besluit.
Sorrentino heeft, net als in zijn vorige films (Il Divo, La Grande Bellezza) La Giovinezza in een buitengewoon kalme en verzorgde vorm gegoten, met daaronder prachtige muziek, waaronder wonderschone koorzang. Trage, elkaar soms op een onlogisch lijkende manier opvolgende scènes in de kliniek, bijna pijnlijk gelikt ogende panorama’s van het bergland en de Alpenweiden, beelden die mij nu ook te pas komen bij de lezing van Der Zauberberg – waar ik wellicht ook verklaringen zal vinden voor de schijnbare figuranten in het verhaal.
Maar daarover later wellicht meer.