Niet alles valt te be-appen
Station SNCF van Lunery in 2003, nog met handbediende wissels en seinen.
erug naar de situatie, waarin op en aan de spoorwegen nog alles met de hand ging, daar moet je natuurlijk niet aan denken. O nostalgie. In Lunery, departement Cher, hartje Frankrijk, zag ik in 2003 nog een stationnetje, van waaruit de seinen met stalen trekdraden werden bediend. En wissels die met de hand werden omgezet. In Nederland moet je daarvoor in het Spoorwegmuseum zijn. De modernisering gaat verder, zij het in bepaald opzicht mondjesmaat: denk aan de 500 overwegen (van de 2500) die nog steeds niet zijn beveiligd. Met een recente reeks zware ongevallen als prijs.
Eigentijdse oplossingen? In het AD en aanverwante dagbladen stond deze week een verhaal over het overwegprobleem. Ik citeer maar even, enigszins samenvattend: Alle overwegen beveiligen kost tientallen miljoenen. Daarom zoekt men naar nieuwe, goedkopere vindingen om onbewaakte spoorwegovergangen veiliger te maken. Staatssecretaris Dijksma heeft daar 25 miljoen voor uitgetrokken.
Dit werkt op mijn lachspieren, immers: conventioneel oplossen kost ‘tientallen’ miljoenen; het geëxperimenteer 25 miljoen.
Wat schiet het meest op? Het verhaal draagt als kop: Heelhuids oversteken met een overweg-app? De vraag stellen is in dit geval haar beantwoorden. Niet dus. Testen van verschillende technieken, waaronder inderdaad een app op je smartphone (dat je trouwens geacht wordt als automobilist niet te gebruiken) hebben tot dusver weinig opgeleverd.
Terug naar de geüniformeerde vrouw van de baanwachter, die – immers ‘altijd thuis’ – de spoorbomen bediende (Anton Pieck beeldde haar in de Efteling uit) is geen optie. Wel aanpassing van die 500 gevaarlijke overwegen overeenkomstig de wèl beveiligde. Dat werkt tenminste. Niet alles valt te be-appen.