’n Beetje orde in de informatiechaos
Schweitzer (l) en Wansink in non-digitale discussie. Foto Hans Hordijk op de flap van hun boek.
eetje orde scheppen in de informatiechaos. Zo zou je de pretenties kunnen typeren van de ‘mediatrainers’ Roeland Schweitzer (@speechen) en Willem Wansink (@willemwansink) met hun pas verschenen boekje Iedereen journalist. Pretenties die ze naar mijn idee helemaal waar maken.
Voor wie is dit boekje (90 bladzijden) bestemd? Voor de bezitter van een smartphone die dat ding gebruikt voor de meest uiteenlopende vormen van communicatie ‘met de wereld’. En dat zijn er inmiddels miljoenen, zoals men weet. Het schrijversduo gaat er van uit dat al die mensen met hun meningen en hun opgepikte en doorgegeven weetjes in woord en beeld journalistiek bedrijven. Zij het niet vakmatig en dat is het ‘m juist: deze baaierd aan ‘gedachtenwisselingen’ in het positieve en negatieve op het internet levert de chaos op, die menig weldenkend mens heeft doen besluiten, af te haken en zich voortaan maar weer te wenden tot de professionele journalistiek via de reguliere media (dagbladen, tijdschriften, radio en televisie).
Is dat zo? Was het maar waar. Want de rol van die veelal betaalde media, de mainstream, neemt af in betekenis, naarmate de oplage-, kijk- en luistercijfers dalen. Bovendien zijn uitgevers en managers van deze ‘officiële’ media er nog steeds niet in geslaagd, het juiste antwoord te vinden op de digitalisering van de informatievoorziening en is er ’n soort degradatieproces aan de gang die, samengevat, kan worden omschreven met popularisering. De klachten hierover van lezers, luisteraars en kijkers zijn niet van de lucht. Sportzomer bij voorbeeld joeg tal van serieuze en gewaardeerde rubrieken in de wacht tot het normale seizoen. ‘Kwaliteitskrant is een vooringenomen begrip.’
De gemiddelde smartphone-gebruiker (toetsenbord, camera!) heeft het te druk met lezen, kijken en reageren/produceren en voelt er niets voor, nog voor het aanbod van de gevestigde media te betalen. Sterker: denkt eerder en afdoende geïnformeerd te zijn door Twitter en Facebook. Is dat laatste zo? Was het maar waar.
Het bovenstaande neemt niet weg, dat er natuurlijk ‘echte journalistiek’ op internet wordt bedreven. Schweitzer en Wansink gaan er niet aan voorbij. Hun boek is dan ook een handreiking richting gebruikers van sociale media, journalisten en aspirant-journalisten, die de intentie hebben, deze digitale media serieus en op een adequate manier te gebruiken. Vandaar ook hun uitsmijter (aan het slot van hun boekje) met elf basisvoorwaarden voor de journalist: 1. Hoor en wederhoor, 2. Check en double-check, 3. Kijk om je heen, 4. Luister, 5. Temper je emoties, 6. Scheid feiten van fictie, 7. Respecteer je bronnen, je lezers en je onderwerp, 8. Maak het verhaal herkenbaar, 9. Wees dapper, oprecht, open en transparant, 10. Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe en waartoe, 11. Kennis delen.
Een waardevol initiatief, al blijft het natuurlijk de vraag of de boodschappen van Schweitzer en Wansink de met zijn smartphone spelende mens op ruime schaal zullen bereiken.
Uitgever: Schworks woord en beeld