De 50 meter buikloop
Peter Stiekema
k besef, hoewel ik bij het neerpennen van deze column op eieren tracht te lopen en veel lange tenen probeer te ontwijken, mijn voeten nu al onder het struif zitten. Ik schrijf over twee hete hangijzers, althans, dat veronderstel ik toch. Ik ben verbijsterd dat de Jostiband, nadere explicatie overbodig, er in slaagt om de Ziggodome in Amsterdam zo ongeveer vol te krijgen voor een concert. Iets wat gerenommeerde wereldbands vaak niet lukt. Natuurlijk het mag van mij allemaal, ik gun het de Jostiband, maar met muziek van enig niveau heeft het weinig te maken. Het roept bij mij alleen een hoog zieligheidsgevoel op.
Ongeveer dezelfde gedachte bekruipt mij bij de Olympische Spelen voor Gehandicapten in Rio de Janeiro, de Paralympics. Knappe prestaties van diverse atleten in diverse graden van gehandicaptheid, maar zelfs aan dat laatste kan ik al geen touw vastknopen. Sterker nog, ik heb het gevoel dat er vorstelijk mee gezwendeld wordt, met die mij onbekende handicaps. Het wordt ook niet echt uitgelegd. Ik zie bij een wedstrijd, laten we zeggen de-twee-zonder-roeiboot, een getal, bijvoorbeeld WC-40, en dan moet ik maar raden wat dat betekent. (Toiletten geschikt voor min-veertigers?). Of KB-19. Is de sponsor een pannenmerk? De atleten leveren voor hun doen en niveau schitterende prestaties, maar voor mij is het toch vooral tobsport en geen topsport.
Zelfs dopinggebruik schijnt sommige deelnemers niet vreemd te zijn. Zo mogen de Russen om die reden niet eens meedoen. Ik kijk ook met verbazing naar de gehandicapte ruiters tijdens allerlei paardenwedstrijden. Ik vind dan eigenlijk dat die paarden ook best een beetje gehandicapt mogen zijn, bij voorbeeld een been in het gips of zo. Maar niks hoor, die paarden zijn gewoon geheel gezond, maar misschien een beetje minder goed dan bij voorbeeld Salerno van Anky.
En de Nederlanders winnen de ene medaille na de andere. Veel meer dan de gezonde atleten. Speer vangen, kogel koppen, het rolstoel hoogspringen, we winnen het allemaal. En dat bewijst dat die spelen in Rio niet helemaal koosjer zijn. Nederlanders horen niet zoveel te winnen, of ze nou gehandicapt zijn of niet. Daar zit vast een luchtje aan. Misschien toch stiekem naar Lourdes geweest?
Zelf doe ik soms ook aan gehandicaptensport. Ik ben gespecialiseerd in de 50 meter buikloop. En als je goed op dreef bent, dan laat je al snel alle andere deelnemers naar adem snakkend achter. Aan de streep krijg je dan, wat je eigenlijk zelf ook bent, een grote ruiker.
Een kwestie van benadering. Als in de Ziggodome ‘spontaan’ massaal het ‘Lang zullen ze leven’ wordt aangeheven, dan klinkt dit even vals als waar dan ook, al dan niet met deelname van de koning. Het is dan bijzonder goedkoop, daar in De Wereld Draait door een filmpje van af te draaien; lachen, gieren, brullen. http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/363684
De Paralympics laat ik even voor wat ze zijn. Liever herinner ik mij een Belgisch theatergezelschap van mensen met een verstandelijke beperking, onder wie een aantal met het Syndroom van Down. Theater Stap. Dat zag ik eens een bewerking van Shakespeare’s ‘Romeo en Julia’ spelen. Buitengewoon innemend en ontroerend, zoals deze spelers zonder effectbejag of remmingen hun gevoelens tot uiting brachten.