De vergeten uitvinder van de natuur
Boekbespreking door Sante Brun oor me ligt de biografie die de Britse schrijfster Andrea Wulf schreef over Alexander von Humboldt en intussen kijk ik naar de actualiteit. Een actualiteit waarin de wereld niet alleen opnieuw overgenomen lijkt te worden door gevaarlijke gekken, bij voorkeur gezegend met raar haar, die net als een onafzienbare rij voorgangers in de gaten hebben gekregen dat je ‘het volk’ de gekste dingen als waarheid kunt verkopen zodat het op jou stemt en jij de macht in handen kunt nemen, en verder kunt doen waar je zin in hebt. De mannen met raar haar, die ons spookverhalen voortoveren over tsunami’s van jihadisten, Mexicanen en vreemdelingen in het algemeen, die eenvoudig de klimaatverandering ontkennen omdat je voor begrip van die verandering enig begrip van een aantal natuurkundige feiten moet hebben, in het bijzonder. |
En dan zijn we meteen bij de actualiteit van Wulfs boek. Want reeds in 1802 schreef de Pruisische edelman Von Humboldt over de gevaren van menselijke activiteit voor het voortbestaan van de wereld. Later schreef hij ook over de klimaatverandering die de wereld zou gaan bedreigen als gevolg van ontbossing en monocultures – en toen was de totale wereldbevolking nog niet eens één miljard mensen groot.
De jeugdige Von Humboldt had toen net een reis van enige jaren gemaakt door het Noord-Westen van Zuid-Amerika. Hij had met volle teugen genoten van de intensiteit van het tropisch oerwoud dat wemelde van het leven. Hij had de vulkaan Chimborazo grotendeels beklommen en hij had, zoals ontdekkingsreizigers met wetenschappelijk oogmerk in de achttiende en negentiende eeuw deden, van alle plantjes die hij tegenkwam een gedroogd exemplaar verzameld, opgezette dieren meegenomen en eindeloze reeksen aantekeningen gemaakt, onder andere over temperatuur, luchtdruk op allerlei hoogten en zelfs van de mate van blauwheid van de hemel.
Naturgemälde
Meerdere voorgangers hadden hem al enigszins op het spoor gezet, maar deze reis had Von Humboldt de stoot gegeven tot een geheel nieuwe manier van kijken naar de natuur: als één geheel, alles hing met elkaar samen, alles was er niet alleen op uit om zichzelf zo breed mogelijk te maken maar ook dat te doen in competitie met de omgeving. Het belangrijkste resultaat van zijn gedachten was het Naturgemälde, voorstellende de Chimborazo met aan de voet het tropische oerwoud en onder de besneeuwde top de gedrongen alpenflora met daartussen alle klimaatzones van de wereld, met de namen en beschrijvingen van alle planten en dieren die er hij gezien had.
Wulf beschrijft Von Humboldt als een rusteloze reiziger, maar van reizen is eigenlijk niet zo gek veel gekomen. Hij was in 1804 terug van zijn Zuid-Amerikaanse avontuur en vertrok in juni 1829 op zijn tweede en laatste reis, namelijk die naar Siberië. Daartussenin deed hij verwoede pogingen om van de Britse regering toestemming te krijgen de Himalaya (in India) te bezoeken maar door de slechte relatie van Engeland met Pruisen lukte hem dat niet.
Hij had daardoor wel de gelegenheid achtereenvolgens in Parijs en Berlijn te werken aan zijn boeken naar aanleiding van zijn reis naar Zuid-Amerika, Ideen zu einer geographhie der Pflanzen, waarin ook een uitklapbare versie van zijn Naturgemälde der Tropenländer was opgenomen; daarna werkte hij tot 1834 aan het vele tientallen delen tellende werk waarin hij zijn ervaringen uit Zuid-Amerika, zijn gedachten daarover daarna en wat hij al studerend verder nog opmerkte, neerlegde. Vooral zijn Traité sur les Climats vond ruime aftrek, met name in wetenschappelijke kring, maar ook daarbuiten. En toen was hij nog niet klaar. Het werk bleef feitelijk onvoltooid.
Kamerheer
Intussen moest hij in zijn onderhoud voorzien door het kamerheerschap van de Pruisische koning, dat hem enorm veel tijd kostte en waarvoor hij van Parijs naar Berlijn moest verhuizen. Daarnaast kreeg hij een groeiende stroom brieven die hij zoveel mogelijk zelf beantwoordde, gaf hij talloze lezingen en bezocht hij salons in Berlijn en Parijs waar men zich verwonderde over zijn eruditie, wijsheid, eigenwijsheid en niet te onderbreken razendsnelle woordenstroom. Van Humboldt was, kortom, in die jaren een alom bewonderde beroemdheid geworden.
In wetenschappelijke kring oogstte hij veel lof over het geheel nieuwe wereldbeeld dat hij schetste – de wereld was niet, zoals sinds een grijs verleden werd gedacht, een geschenk van God aan de mensheid, een geschenk waarmee hij kon doen wat hem goeddacht, integendeel. Die keer dat hij een idyllisch landbouwgebied aan een meer in Venezuela bezocht, constateerde hij aan de hand van de daling van de waterspiegel van het meer, dat hier iets helemaal fout zou gaan.
Anders dan wat wetenschappers tegenwoordig doen – bij voorkeur proberen uit te blinken op een heel klein specialistisch gebied – was het blikveld van Von Humboldt uiterst breed, breder kon eigenlijk niet. Zijn aandacht strekte zich uit van de structuur van het heelal via de atmosfeer, vulkanen, gebergten en alles wat daarom groeit en wemelt tot en met de kleinste micro-organismen die allemaal samen de natuur waren en waarvoor de mens als voornaamste gevaar gold. De natuur was een web, als er hier iets gebeurt, heeft dat dáár gevolgen. Daarbij was hij statisticus, boekhouder, wiskundige, natuurkundige, bioloog, chemicus, zoöloog, archeoloog, astronoom en niet in de laatste plaats filosoof en kunstenaar. Hij was vooral: ecoloog, een term die hij overigens zelf niet kende.
Von Humboldt schreef na terugkeer van zijn reis naar Siberië de samenvatting van alles dat hij had gezien en gedacht in het vijfdelige werk genaamd Kosmos. Hij deed er vijfentwintig jaar over.
Inspirator van Goethe
Andrea Wulf volgt hem enigszins na in deze biografie, door te beschrijven door wie hij werd beïnvloed – onder wie Johann Wolfgang von Goethe, zijn goede vriend, wiens Faust door Van Humboldt geïnspireerd werd. En aan zijn bewonderaars en navolgers. Wellicht zou Origin of Species van Charles Darwin anders, later of misschien wel helemaal niet zijn geschreven als Humboldt hem niet op het juiste spoor had gezet; Simon Bolívar, de Zuid-Amerikaanse revolutionair en latere dictator, stoelde zijn filosofie van vrijheid op die van Humboldt. Thoreau’s Walden is een uitvloeisel van zijn werk. Minder bekende mensen als George Marsh, Ernst Haeckel en John Muir volgden de weg die hen door Humboldt gewezen was. Ze komen allemaal uitvoerig aan bod in het boek. Het werk van Haeckel, die deels microscopische zeedieren onderzocht, was aanleiding tot de bijzondere vormen van de Jugendstil.
Boekverbranding
Tegenwoordig kennen we Van Humboldt nog slechts van de namen van enkele plant- en diersoorten, enkele geografische benamingen (De Humboldt Baai bijvoorbeeld). In Duitsland is zijn bekendheid veel groter – men vindt er plaquettes op de gebouwen waar hij geleefd en gewerkt heeft, schilderijen, standbeelden, een universiteit en stichtingen. Van Humboldt bleef ook lange tijd wereldberoemd na zijn overlijden in 1859 op bijna negentigjarige leeftijd. Hij raakte pas in vergetelheid door de Eerste en Tweede Wereldoorlog, toen het centrum van wetenschappelijk onderzoek naar de Angelsaksische wereld was verhuisd en alles dat Duits was waardeloos werd verklaard – tijdens de Eerste Wereldoorlog werden bij bibliotheken in de VS de complete werken van Von Humboldt verbrand.
Zoals de wereld er nu politiek, wetenschappelijk en vooral ecologisch bij ligt kan ons alleen maar leiden tot de conclusie: we hadden toch beter naar Von Humboldt kunnen luisteren, deze man die zonder reserve De uitvinding van de natuur op zijn naam heeft staan – en dat is meteen ook de titel van zijn biografie.