Achterom kijken 99
In deze serie, getiteld Achterom kijken, plaats ik mijn hoofdzakelijk documentaire foto’s, gemaakt in onder meer Friesland (1956-1961) en Noord-Brabant (vóór 1956 en sinds 1961), maar ook wel in het buitenland. Klik op de foto voor het originele exemplaar. De complete serie is via ‘Rubrieken’ in het menu (links) te bereiken. © Guido t’ Sas |
Jeugdcarnaval op de Ginnekenmarkt, 1955
Sinds jaar en dag gaat het carnaval in Ginneken gepaard met het ‘droogleggen’ van de achttiende eeuwse, hardstenen pomp op de markt. Een gotspe, want die pomp staat al honderd jaar droog, met uitzondering van WO2, toen ze de kapotte waterleiding ‘n tijdje verving.
De kinderen zongen toen, al pompend, ‘En eel ‘t Ginneken staa’d in braand, w’ebbe gin water, w’ebben gin waaaater. En eel ‘t Ginneken staa’d in braand, w’ebbe gin water bij de haand.’ Slechts één van de twee teuten was in functie en de truc was die vol te stoppen met blaren, waarna het water uit de andere teut begon te stromen. Tot ergernis van ‘de ouwe Grootveld’, bijgenaamd ‘de directeur van de pomp’, die dan woedend zijn huisje (nog net niet zichtbaar, rechts) uit stormde.
Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt het carnaval in Ginneken georganiseerd door de vereniging met de naam ‘t Lest Ogenblik. Initiatiefnemer was destijds – inmiddels wijlen – de textielhandelaar Nico Takx, naast wie ik nog in de eerste klas van de lagere school heb gezeten. Ginneken (sinds 1943 gemeente Breda) heeft geen eigen prins. Wel een baron de la Derrière du Moment.
Wat ontzettend leuk om deze foto te vinden. Het gaat om een zeer indringende jeugdherinnering. Ik was vijf jaar oud. Wij woonden in Dordrecht en gingen regelmatig in het Liesbos wandelen. (De Boswachter, de 7 beuken etc.) Zo kwamen we ook een keer op carnavalszondag in Het Ginneken terecht. Voor mij de allereerste ervaring met het fenomeen Carnaval (hadden we niet in Dordrecht). En precies dit plaatje van het kindercarnaval op de Ginnekenmarkt staat in mijn geheugen gegrift. Al die kinderen die in lange slierten rond de pomp dansten. En zingen: “ik ben zo blij, zo blij, dat mijn neus van voren zit en niet opzij”.
Zie ook: Monument in ademnood