Nauwelijks meer ’n koekoeksklok
Baden-Baden heeft niets van zijn grandeur verloren.
Ze worden er nog wel gemaakt, koekoeksklokken, maar je ziet of hoort ze nauwelijks meer in het Zwarte Woud. Verder is alles er zoals het geweest is. Hoe groen is mijn dal en hoe aardig zijn de mensen. Ze verwelkomen je met een schaaltje fruit in de gehuurde woonkamer. En op zaterdagavond staat er zomaar appeltaart aan de voordeur van het appartement, als je terugkeert van je Ausflug.
Ik heb geklommen, op m’n ouwe dag, dankbaar gebruik makend van de gele bankjes langs de Panoramaweg. En met m’n voeten in de Gesundheidsanlage van de Kneippverein gebungeld.
Ervaring van meer dan een eeuw met de toeristenbusiness heeft zo z’n voordelen. Even ’n formuliertje invullen bij de huisbazin en je mag gedurende je hele verblijf gratis met de bussen en treinen van de Deutsche Bahn gaan en staan waar je wilt in het Bundesland Baden-Wurtemberg. Prima materieel en tal van overstapmogelijkheden naar rustieke stadjes, waar gelukkig de gutbürgerliche Küche vaak heeft plaats gemaakt voor de wereldkeuken – met het accent op het verre oosten.
Baden-Baden is een heerlijke stad, waar de glorie verre van vergaan is; langs de stoepranden staan maserati’s of hoe die voertuigen allemaal ook mogen heten en uit de winkeletalages spat de luxe: ’n paar damesschoentjes voor 250 euro is er de normaalste zaak van de wereld. Maar het volk dat zich eraan vergaapt is volledig ‘gedemocratiseerd’.
Minpuntjes? Ach, de internetverbinding in het dorp van onze domicilie, ze is er zoals beloofd maar daar is alles mee gezegd. Daarom zal ik het, nog een week te gaan hebbend, hierbij wel laten. En foto’s houden jullie te goed.