Brabant beweegt en hoe!
J.C.M. van der Schoot
Het nieuw geformeerde provinciaal bestuur van onze provincie – voor het eerst in de geschiedenis zonder katholieke signatuur (na de KVP het CDA) – heeft een beleidsplan gelanceerd voor de komende jaren: Beweging in Brabant. De bestuurders -een dame en vijf heren- hebben zich de t aal van deze tijd aardig eigen gemaakt: duurzame landbouw, slimme oplossingen, living labs, de oprichting van een ‘flexicuritybureau’ voor begeleiding naar nieuw werk, groen wonen, betere verbindingen, het vertrek van de jeugd uit de dorpen tegen gaan, gratis museumbezoek (een vleugje cultuur doet het altijd goed) en voor de jongeren meer festivals. Jawel, Brabant beweegt en hoe! Hier en daar wat extra geld en de zaak is gepiept. Was het maar zo eenvoudig.
De VVD bejubelt de liberale geest van het akkoord en de SP ziet echt links beleid. Ieder zijn meug, maar wat ik mis is kwaliteit, feiten, visie op de werkelijkheid. Nergens is een spoor te bekennen van nieuwe inzichten. Onder de dikke sauslaag van het bejubelde akkoord, liggen ernstige problemen te stinken. De huidige algemeen geaccepteerde bestuursstijl van beeldvorming zonder inhoud swingt ook hier de pan uit. Wat jonge wetenschappers, economen en filosofen de laatste jaren herhaaldelijk aan verfrissende ideeën naar voren brengen, is kennelijk aan deze bestuurders niet besteed. Het nieuwe denken van vooruitstrevende wetenschappers is blijkbaar voor deze bestuurders onbekend terrein. Dat is een onthutsende constatering.
Zo wordt er over de overlast van stank en fijnstof in het provinciaal beleidsplan gezegd dat er meer onderzoek naar de gezondheidsrisico’s moet komen en ‘als blijkt dat het echt mis is, zal de provincie de regels aanscherpen’. Het regent alarmerende berichten. Hoe mis moet het zijn om eindelijk ‘ns klare taal te bezigen? Laat men nu onderhand eens onomwonden en eerlijk verklaren, dat Brabant op dit punt diep in de nesten zit. Het gaat om de gezondheid van de mensen. Zie de keiharde feiten onder ogen en handel daar naar.
Een uitspraak van een van de bestuurders: “we kunnen er wel voor zorgen dat mensen in de dorpen gezond wonen”, getuigt anno 2015 van een vergaande naïviteit en onkunde, opgevoerd alsof het een toneelstukje betreft. En misschien is dat laatste wel zo.
Dat mest voortaan niet meer door de bestuurders als afval wordt beschouwd, maar als een ’kans voor duurzame energie’, is weliswaar een mooie slogan, maar de praktische uitwerking lijkt nog ver van de boerderij. Intussen dreigt er nu al een fors mestoverschot, waarover het laatste woord nog niet is gezegd.
Ook maakt het bestuurlijke akkoord gewag van een ruimer vergunningenbeleid en meer faciliteiten voor Dance-festivals. Opnieuw blijken de bestuurders bewust of onbewust de alarmerende resultaten van recente onderzoeken (o.a .door wetenschappers van het Academisch Medisch Centrum Amsterdam) buiten beschouwing te laten. Om de nieuwe bestuurders even bij te praten: Een kwart van de jongeren heeft wellicht al blijvende gehoorschade. Elk jaar komen er 20.000 jongeren bij. Het gaat om een omvangrijk en structureel gezondheidsprobleem. Volgens berekeningen van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam veroorzaakt dit probleem een economische last van 10 miljard euro per jaar. Waarbij dan gedacht moet worden aan behandeling, productieverlies, werkvermindering, inkomstenderving en arbeidsongeschiktheid. Het effect van het hardcore-gebonk op de leefomgeving rond zo’n festival is hier buiten beschouwing gelaten. Toch op zijn minst allemaal ongemakkelijke feiten, lijkt mij.
Er valt nog veel meer te zeggen over de jubelstemming in het provinciehuis. Neem de verkondigde opvatting over de instandhouding van erfgoed. Dat kan als de markt er voor is. Met andere woorden: onze afkomst, ons verleden, ons erfgoed mogen alleen nog bestaan als het geld oplevert. Arm Brabant.