Gehoorschade: voor wat hoort wat
J.C.M. van der Schoot
Het is deze week ‘de week van het oorsuizen’. Het horen vergaat u als u de kille cijfers ziet: Een miljoen Nederlanders heeft last van oorsuizen met als gevolg: concentratieproblemen, angst, prikkelbaarheid, depressieve gevoelens, verminderde aandacht voor sociale activiteiten en slaapstoornissen.
Bij oorsuizen zijn er geluiden in het hoofd, met name in een of beide oren, zoals fluiten, piepen, kloppen, tikken, sissen en dat kan variëren van hoog tot laag, van altijd tot af en toe. Bij zo’n 25 procent van de een miljoen Nederlanders, die last hebben van oorsuizen, zijn de klachten chronisch.
Het blootstaan aan harde geluiden levert vroeg of laat blijvende schade op. Dr.ir. Jan De Laatrien Houwers, klinisch-fysisch audioloog in het Leids Universitair Medisch Centrum en Rien Houwers, productspecialist bij Pluggerz Gehoorbescherming vragen terecht aandacht voor dit vraagstuk. (de Volkskrant publiceerde hierover al eerder). Afgezien van alle persoonlijke ellende, levert dit probleem een schadepost op van maar liefs 6,7 miljard euro per jaar aan productieverlies en zorgkosten, zo hebben onderzoekers van de Universiteit van Maastricht berekend.
Met name de uitgaande jongeren die hardcore festivals bezoeken, denken licht over de grote risico’s van gehoorschade. De initiatiefnemers voor ‘de week van het oorsuizen’ adviseren jongeren dan ook met klem een set oordoppen te gebruiken.’ Die oordoppen beschermen het gehoor, terwijl de beleving en de kwaliteit van de muziek gehandhaafd blijven’, zo zeggen zij.
Dat is wel een erg mager advies. Waarom kan het probleem niet in de kern worden aangepakt? Pas vorig jaar heeft het Ministerie van Volksgezondheid met de twee brancheverenigingen -Evenementen Makers en Nederlandse Pop-podia en festivals- een convenant gesloten: Preventie Gehoorschade Muzieksector.
Daarbij zorgen de beide verenigingen zelf voor het meten en het registreren van het geluid, dat beperkt dient te zijn tot 103 decibel, in vaktermen aangeduid 103 dB (A). De meet-en registratiegegevens worden door de verenigingen zelf anoniem verwerkt voor het ministerie. We zien weer de bekende slagers aan het werk die hun eigen vlees keuren. De minister komt niet aan de weet welke slager niet deugt. Een merkwaardig convenant! Tijdens de evenementen moeten volgens het convenant wel ‘oorbeschermingsmiddelen’ beschikbaar worden gesteld.
Hoe eenvoudig zou het zijn om het gemiddelde geluidsniveau van 103 decibellen dB(A) fors terug te brengen. Volgens insiders kan dat niet ‘om de muziekstijl geen geweld aan te doen’. Van zo ’n mededeling gaan je oren toch onbedaarlijk suizen. Om een kostenbesparing van jaarlijks 6,7 miljard euro te bewerkstelligen worden in ons land van grote groepen burgers aanzienlijk grotere offers gevraagd dan van festivalbezoekers. Kan de overheid hier wel met een zacht convenant volstaan? Volgens mij zijn aanzienlijk strengere regels noodzakelijk en gerechtvaardigd. Voor feesten met miljarden aan schade en met ook nog overlast voor omwonenden mag best de geluidsknop wat worden terug gedraaid. Voor wat hoort wat.