Wie is online
3 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
januari 2015
Z M D W D V Z
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

‘De Autonauten’: een boek als geen ander

Boekbespreking door Sante Brun


autonautenLees je een boek anders als je vooraf weet dat een van de twee schrijvers nog vóór het boek helemaal gereed is zal overlijden aan een ziekte die al aanwezig geweest moet zijn tijdens het opdoen van de ervaringen waarover het boek zal gaan? Volgens mij verandert dat je houding ten opzichte van het boek radicaal – je gaat ongewild zitten speuren naar signalen die er op zouden kunnen duiden dat de schrijvers beseffen dat ze wellicht aan hun laatste reis, letterlijk hun laatste reis bezig zijn.

Die signalen zijn er niet.

 

 

 

Laat ik trouwens bij het begin beginnen, voor jullie afhaken omdat ik in raadselen spreek.

Op 22 januari vorig jaar kreeg schrijfster Charlotte Mutsaers in De Wereld Draait Door de gelegenheid een boek aan te prijzen dat mede door haar toedoen een nieuwe druk beleefde: De Autonauten van de Kosmosnelweg van Julio Cortázar & Carol Dunlop. Ze had kort daarvoor voor een literair publiek dat boek hartstochtelijk aangeprezen als haar lievelingsboek en toen bleek dat het zelfs tweedehands nergens meer te krijgen was.

Cortázar ken ik wel, hoewel ik alleen zijn beroemdste boek heb gelezen, Rayuela, een hinkelspel, feitelijk het relaas van enkele weken, maanden misschien van bijeenkomsten met vrienden en kennissen in Parijs. (En, als ik me goed herinner, in Argentinië, waar Cortázars vader was geboren.)

Van Carol Dunlop had ik nooit gehoord en dat lijkt me, na lezing van het boek, althans voor mij, geen groot gemis.

Naar aanleiding van Mutsaers’ oproep werd het boek herdrukt door Uitgeverij Meulenhoff samen met literair tijdschrift Das Magazin en dankzij de publiciteit in DWDD beleefde het boek uit 1983 – verdienstelijk vertaald door Barber van de Pol in 1986 – minstens vier herdrukken, ik heb hier althans de vierde druk uit april vorig jaar.

Het boek is feitelijk het verslag van een ‘ontdekkingsreis’: Cortázar en Dunlop, die in Parijs wonen, besluiten om in hun VW-busje ‘Fafner’ of ‘rode draak’ van Parijs naar Marseille te rijden, niet per presse, maar daarbij alle parkeerplaatsen van de weg aan te doen en telkens op de tweede parkeerplaats de nacht door te brengen. Er zijn zeventig parkeerplaatsen, ze doen er uiteindelijk 62 aan en doen over de reis 33 dagen.

Parkeerplaatsen

Het boek bestaat onder andere uit een soort logboek – waaruit blijkt dat de langste tijd die ze aan één stuk op de snelweg zelf hebben doorgebracht veertig minuten was, maar de meeste trips waren tussen de vijf en vijftien minuten lang. De overige tijd ging heen met slapen (enkele malen in een hotel op de parkeerplaats) eten, veel drinken, boeken lezen, de natuur en de mensen op de parkeerplaats bespieden, conflicten oplossen met twee demonen die hen achtervolgen, feesten met vrienden die hen enkele malen bezoeken, zowel uit Parijs als uit Marseille, vooral voor de broodnodige ravitaillering – ze mogen zelf immers niet van de snelweg af om boodschappen te doen. Carol maakt foto’s, vaak van merkwaardig slechte kwaliteit voor iemand die ‘kunstfotograaf’ is. Maar vooral schrijven ze beide verslagen van wat ze zien, en stukken over hun innerlijke roerselen. Soms kost het moeite te onderscheiden wie wat heeft geschreven, hoewel je gaandeweg de strakke, stoere taal van Julio leert onderscheiden van de soms wel erg wollig poëtische stijl van Carol.

En ze hebben veel – omzichtig omschreven – seks. Hij is op dat moment 68 jaar, zij 36 en ze zijn nog geen jaar getrouwd. In het boek komt ook een serie brieven voor van een oude keurige dame aan haar zoon, waarin ze beschrijft dat ze ‘die twee in hun rode busje’ wel erg vaak bezig ziet achter de gesloten gordijntjes van de camper.

Terzijde: de schrijvers doen enkele observaties over dingen die ikzelf ook meemaak op onze reizen per camper: bijvoorbeeld dat je in de camper geheel anders droomt dan thuis, veel scherper en duidelijker, en dat je de neiging krijgt de medeweggebruikers (parkeerplaatsgebruikers, eigenlijk) te bespieden, conclusies te trekken omtrent hun gedrag, liefst zo weinig mogelijk contact maakt.

Is het een goed boek? Het zal zeker blijven hangen in mijn gedachten wegens dat aspect waarmee ik begon: de aanstaande dood van beiden auteurs (Cortázar overlijdt twee jaar na Dunlop.)

Charlotte Mutsaers zei in DWDD vorig jaar (de aflevering is nog te zien) dat ze beide wisten dat Carol feitelijk stervende was. Daar heb ik dus geen spoor van kunnen vinden, maar misschien heeft Mutsaers hetzelfde als ik: ze wist natuurlijk ook dat Carol nog geen half jaar na de reis zou sterven, en denkt nu dat de reis als een soort afscheid was bedoeld. Zou kunnen, ik haal het er niet uit. Mutsaers heeft het boek kennelijk lang geleden voor het laatst gelezen, want ze herinnert zich wel meer dingen fout, zoals blijkt uit het gesprek in DWDD.

Mutsaers zegt dat Carol Dunlop overleed aan kanker. Maar Cortázar schrijft op de laatste pagina’s van het boek in een postscriptum: (ze was) ‘slachtoffer van een kwaal waarvan we dachten dat hij van voorbijgaande aard was’. Weliswaar is hier en daar te vinden dat Dunlop overleed aan leukemie, hetzelfde geldt voor Cortázar zelf. Maar een ander verhaal wil dat Cortázar eind jaren zeventig aids opliep door transfusie met besmet bloed, en dat hij de ziekte seksueel overbracht op Carol Dunlop. De aandoening was in 1982 nog niet eens bekend als een ‘zelfstandig’ syndroom en werd misschien gedacht aan mogelijkheden tot genezing. Leukemie en aids hoeven ook niet elkaar uit te sluiten: typisch kenmerk van aids is dat het het lichaam gevoeliger maakt voor allerlei ook zeer zeldzame vormen van kanker.

Het idee was goed

Maar is het nu een goed boek? Rayuela heb ik in één ruk uitgelezen, sommige scènes (het vinden van de dode baby, bijvoorbeeld) zijn levendig blijven hangen, maar je moet natuurlijk houden van het surrealisme van Cortázar, van de kinderlijke manier waarop hij demonen ‘schept’ en zich erdoor achtervolgd voelt.

Ik ben bang dat hij en Dunlop het boek ‘De Autonauten van de Kosmosnelweg’ uiteindelijk niet zouden hebben uitgebracht – het idee was leuk maar het leverde toch heel weinig goed materiaal op – als Dunlop niet was overleden. ‘Haar ben ik verschuldigd dit relaas af te maken’, zo begint een van de laatste zinnen van het postscriptum.

Ze liggen naast elkaar begraven op een begraafplaats in Parijs.

Reageer