Driekoningen, echt multiculti
Van links af: Balthasar, Melchior en Caspar. De evenwaardige positie van Caspar ten opzichte van zijn blanke broeders bepaalt dat hij niet, zoals Zwarte Piet, in het verdomboekje terecht zal komen. Still uit filmpje ntr op YouTube
Vandaag, 6 januari, is het volgens de r.-k. kerkelijke kalender Driekoningen. Einde van de kersttijd, tevens het moment om het stalletje weer naar de berging te doen en de kerstboom op te ruimen. Natuurlijk werkt het niet meer zo: de profane Kerst zoals we die nu kennen, begint in de anglo-amerikaanse wereld al in november en bij ons onmiddellijk na Sinterklaas. Dat heeft tot gevolg dat men ook eerder genoeg krijgt van de versiering en, zo niet, dan geeft de natuurlijke boom met zijn vallende naaldjes wel aan dat het mooi geweest is.
In de bijbel is nergens sprake van koningen, dat is er in de middeleeuwen van gemaakt. Dat het er drie waren concludeerde men uit een vermelding van drie geschenken, die de wijzen het kind Jezus bezorgden: goud, wierook en mirre. Het verhaal wil dat de wijzen een vreemde ster zagen die volgens hen de weg wees naar de nieuwe ‘koning van de Joden’. Toen ze er met koning Herodes (feitelijk een zetbaas van de Romeinen) in Jeruzalem over spraken, was dat voor hem aanleiding, zijn soldaten naar Bethlehem te sturen, wat leidde tot een massale kindermoord. Jezus was intussen met zijn ouders op de vlucht naar Egypte. Het feest van Onnozele Kinderen op 28 december is zodoende onverbrekelijk met de drie koningen verbonden.
In een filmpje van de ntr Wie waren de Drie Koningen? wordt Driekoningen een multiculti aangelegenheid genoemd. Balthasar zou uit Europa zijn gekomen, Melchior uit Azië en de zwarte koning Caspar uit Ethiopië. De evenwaardige positie van Caspar ten opzichte van zijn blanke broeders bepaalt dat hij niet, zoals Zwarte Piet, in het verdomboekje terecht zal komen.
Van de volksgebruiken rond Driekoningen en Onnozele Kinderen is weinig meer over dan het als koningen met een ster, zingend langs de huizen trekken door de kinderen. Dat gebeurt hier en daar nog in Midden-Brabant.
Traditie was ook het bakken van een boon in een taart. Wie die boon trof mocht zeggen wat er zou worden gegeten. Op Onnozele Kinderen was de jongste des huizes één dag ‘de baas’. Hij/zij kreeg de hoed van pa op en liep rond met diens pijp in de mond. Ja, het was nog een patriarchale tijd.