Biografie die Christoffel Plantijn recht doet
Drukker en uitgever van wereldklasse in de Nederlanden van de 16e eeuw
Hij was een Franse halfwees, die ‘zijn eigen vader moest zijn’, leerde het boekbindersvak in Caen, emigreerde naar de toenmalige handelsmetropool Antwerpen en stichtte daar een drukkerij en uitgeversbedrijf van wereldklasse: Christophe Plantin – Christoffel Plantijn – Plantinus, ca. 1520-1589.
Historica Sandra Langereis beschreef zijn leven in het tumultueuze tijdsgewricht van de godsdienstoorlogen en de opstand tegen de Spaanse koning Filips II. De Woordenaar is een formidabel boek, een must voor (aspirant) economen, historici, journalisten, schrijvers, grafici, ontwerpers, uitgevers en iedereen die wil weten, hoe het ook weer zat met opkomst van het protestantisme, de 80-jarige oorlog en de splijting van Noord- en Zuid-Nederland.
Deze historische biografie laat zich, niet alleen door zijn kwaliteit, maar natuurlijk ook door de aard van het onderwerp, slechts beschrijven in superlatieven.
De self made man Plantijn paarde zijn vernieuwingsgeest in het drukkersambacht aan een geraffineerd koopmanschap, welke eigenschappen hem in staat stelden, zijn familiebedrijf op te stuwen tot een multinational avant la lettre. Het heeft, voortgezet door zijn schoonfamilie (Moretus), 400 jaar bestaan en de infrastructuur, officieel Werelderfgoed, is dankzij tijdige erkenning van de waarde door de Stad Antwerpen, nog steeds nagenoeg compleet te bezichtigen in het Museum Plantin-Moretus.
De oudste nog bestaande drukpersen ter wereld in het Museum Plantin-Moretus.
Behendig laveerde Plantijn door de troebelen van zijn tijd, nu eens de officiële drukker zijnde van koning Filips – die hem overigens slecht betaalde – dan weer die van de door Willem van Oranje, na het roemruchte ontzet, gestichte Leidse Universiteit. Dezelfde Willem de Zwijger die Plantijns kostbare meertalige bijbel (de Polyglot) aan die universiteit cadeau deed! Tot de meesterwerken van de drukkerij De Gulden Passer behoorde ook het eerste Nederlandse woordenboek, tot dan door de Grote Wereld nogal eens aangeduid als ‘een brabbeltaaltje’.
Door zijn koopmanschap heeft Christoffel zijn drukkerij, in financieel uiterst penibele situaties overeind kunnen houden. Hij handelde namelijk ook in het vermaarde Zuid-Nederlandse kantwerk, exporteerde dat en leverde bij voorbeeld aan het weelderige Franse hof van de Lodewijken.
Opmerkelijk is verder dat Plantijn daar de meeste van zijn vijf dochters (zijn enige zoon stierf op vierjarige leeftijd) bij inschakelde. Die speelden in de handel een vooraanstaande rol, ook als ze getrouwd waren, wat in het Antwerpen van die tijd verre van gebruikelijk was. De echtgenoten werden, eveneens naar de mores van toen, zorgvuldig door hem uitgezocht en dat heeft uiteraard mede bijgedragen aan de continuïteit van de uitgeverij. Plantin reisde geregeld – soms om zichzelf buiten schot te houden – naar Parijs, waar hij een dependance had in de Rue Saint Jacques en bezocht jaarlijks de Frankfurter Buchmesse, waarvan we dus nu ook weten dat die al zó lang bestaat…
Schrijfster Sandra Langereis heeft haar wetenschappelijk onderzoek (een overstelpende hoeveelheid schriftelijke bronnen, waaronder honderden brieven van en aan haar personage) laten uitmonden in een ‘voor iedereen’ toegankelijk boek in – behoudens sommige citaten – hedendaagse taal, zonder ook maar een zweem van populisme. Deftig uitgegeven door Balans, om het maar eens op z’n Vlaams te zeggen.