Wie is online
4 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
december 2013
Z M D W D V Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
293031  

‘In De Jonge Jan’ door Herman Heijermans (7)

In De Jonge Jan

Zevende toneel

Officier – schrijver
– Bik – bode

OFFICIER
tot bode: De laatste getuige, de verver Bik. Tot Bik: Bik?

BIK:
Jawel.

OFFICIER:
Woont Ansing Arend bij jou in?

BIK:
Jawel.

OFFICIER:
Jij kan wel wat minder stug antwoorden.

BIK:
Dat kan ‘k.

OFFICIER:
Doe dat dan hè. Wat heeft-ie an z’n hart?

BIK:
Weet ‘k niet. ‘k Ben geen dokter.

OFFICIER:
Heeft-ie last van benauwdheden?

BIK:
Jawel.

OFFICIER:
En zondag bij z’n broer gesorteerd?

bikJJBIK:
Ja.

OFFICIER:
Ben jij bang dat je woorden te kostbaar zijn? ‘k Wou wat meer weten. Klaagde
die dikwijls over z’n broer en z’n zuster?


<- Bik, de verver.


BIK:
Nee.


OFFICIER:
Wat nee?

BIK:
Hij houdt niet van klessen.

OFFICIER:
Heb je zondag vóór de brand met Jan staan praten?

BIK:
Ja.

OFFICIER:
Ja, hond. Kan jij niet met twee woorden spreken?

BIK:
Dat ken ‘k, as er niet ‘gejijd’ wordt.

OFFICIER:
Excuseer, meneer Bik. Hoe laat heeft u die pepermunt gegeven, meneer Bik?

BIK:
Om half zes.

OFFICIER:
Om half zes. Schudt ontkennend het hoofd. Dat kan niet, ’t moet vóór vijven geweest zijn.

BIK:
’t Was bij half zes, of-ie nee knikt, ’t was hálf zes. We hebbe ’n poos op en neer gelopen.

OFFICIER:
Met ’t meisje?

BIK:
Nee, ’t meisje was vort.

OFFICIER:
Gelooft u dat Ansing, uit wraak of uit drift, brand zou stichten?

BIK:
Nee, ás er brand is gesticht, mot ’t ’n ander wezen.

OFFICIER:
Waarom?

BIK:
Dat denk ‘k zo.

OFFICIER:
Och kom.

BIK:
Dat denk ‘k, omdat Ansing, toen-ie ’s nachts dronken thuiskwam, op z’n kamer liep te vloeken, dat z’n broer ’n smeerlap was.

OFFICIER:
En als ze samen… als Jan ‘m overgehaald heeft?

BIK:
Nee meneer, je doet niks samen met ’n smakker die je pas heit geslagen.

OFFICIER:
Was ’t zeker half zes toen je met Jan opliep?

BIK:
Secuur.

OFFICIER:
Was Jan onrustig? Bik knikt. Zo zo. Weet je anders nog wat?

BIK:
Nee nee, hoe eerder ik na me karwei kan, hoe liever.

OFFICIER:
Laat ‘k u niet ophouden. Schelt. Dag meneer Bik.

BIK:
Goeien middag.

Reageer