Zelfs de evaluatie is mislukt
J.C.M. van der Schoot
Als de belangrijke oorzaak voor het mislopen van de titel Culturele Hoofdstad, voert het provinciaal bestuur aan, dat gaandeweg de steden Breda, Tilburg, Den Bosch en Helmond zich regelmatig afvroegen of ze eigenlijk wel moesten bijdragen aan een ‘Eindhovens feestje’.
Ook het aanvankelijke geharrewar wie zich formeel kandidaat zou moeten stellen ter vergroting van de kans op de titel, Brabant, Den Bosch of Eindhoven, werkte verwarrend, aldus luidt de evaluatie. ‘Achteraf kan geconcludeerd worden dat publiek en politiek draagvlak in een aantal steden daaronder heeft geleden’ , aldus de evaluatie van het provinciaal bestuur.
Dat zal best waar zijn, maar er zijn nog heel wat omstandigheden te noemen, die wellicht meer van invloed zijn geweest dan de evaluatie prijsgeeft. Zelfs de evaluatie is mislukt, concludeer ik dan maar; in elk geval is zij ontoereikend. Het staat voor mij vast, dat de volgende omstandigheden ook een rol van grote betekenis hebben gespeeld op de weg naar de uiteindelijke mislukking.
Het Brabantse bedrag van 140 miljoen euro stak ver uit boven de bedragen, die andere kandidaat-steden hanteerden. Het had alles van: ‘zo kan het nooit mislukken, want wij zijn de hoogste bieder’. De hoogte van het bedrag bleek in het licht van de economische crisis een onoverkomelijke struikelblok. Gedurende de gehele aanloopperiode bleef de hoogte van dit bedrag rondzingen. Dan was er keuze van een Amsterdamse cultuurmanager. Ondanks dat aan zijn culturele managerskwaliteiten niet kon worden getwijfeld, zette zijn in vele ogen buitensporige honorering ook kwaad bloed. De keuze was op hem gevallen, omdat hij al werkzaam was voor Den Bosch in het kader van het Jeroen Boschjaar 2016.
Achteraf concludeer ik, dat Den Bosch eigenlijk kandidaat had moeten zijn, omdat Den Bosch van oudsher nu eenmaal de culturele geschiedenis in zich draagt. Maar Eindhoven wilde na het succes van de slimste regio opnieuw scoren en werd officieel kandidaat. Tot verdriet van Den Bosch.
Tenslotte waren daar de vrij matige plannen, die aan Culturele Hoofdstad inhoud moesten geven, maar waaraan een dosis arrogantie niet vreemd was: ’Wij verbinden mensen, wij ontdekken de toekomst, wij maken de stad’. Niet alles is maakbaar, zo is maar weer ‘ns gebleken.