Wie is online
5 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
maart 2013
Z M D W D V Z
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
31  

Het Ginnekense buitenhuis Vrederust en zijn markante bewoners

Vrederust, aquarel Chr. Eckstein
Vrederust in de negentiende eeuw, naar een aquarel van Chr. Eckstein. (Privébezit.)

Rijksmonument staat te koop voor 2,9 miljoen

Door Guido t’ Sas


Het van origine Ginnekense buitenhuis Vrederust, een rijksmonument, staat als onderdeel van een failliete boedel, voor 2,9 miljoen te koop. Het is intussen ook veel meer dan een landhuis in een park: een kantorencomplex. Vrederust (eerder Vrede en Rust genoemd) heeft een rijke geschiedenis en dat komt vooral door de markante bewoners, die het heeft gehad, met name de van oorsprong Amsterdamse familie Van den Biesen. Daarover gaat dit verhaal.

Jacob Willem van den Biesen (1839-1919) katholiek emancipator

Zoals bij zoveel buitenhuizen, was tot omstreeks 1700 sprake van een boerenhoeve, in het gehucht Overacker, nabij het dorp Ginneken. In 1778 kwam het complex in handen van de Bredase legeroverste Jan Marten de Monchy en dan wordt het voor het eerst een ‘heerehuyzinge’ genoemd, met tuin, ‘voorzien met fijne fruytbomen en tuynhuys’ en een visvijver.

Deze ‘voorname man’ heeft het gebouw laten neerzetten dat later Vrederust is gaan heten, zo heeft de toenmalige stadsarchivaris van Breda, F. Brekelmans, in 1960 uitgezocht.

De geschiedenis wordt interessant als na een aantal eigenaarswisselingen, Vrederust in 1820 in bezit komt van Alida Joanna, dochter van de Rotterdamse tabakskoopman Jacobus Gueding en in 1814 getrouwd met de Haagse notaris mr. Joannes Leesberg. Vanaf 1850 wordt het landgoed het volledige eigendom van de familie Leesberg en in 1861 verschijnt de familie Van den Biesen in beeld, als de Amsterdamse advocaat mr. Jan Jacob Willem van den Biesen trouwt met Alida Francisca Henrietta Maria Leesberg. Het was niet dit echtpaar dat op Vrederust ging wonen, maar drie jaar later (1864) beider broer en zuster, mr. Jacob Willem van den Biesen en Elisabeth Joanna Alida Maria Leesberg. Zij bleven er hun leven lang en kregen 12 kinderen. Elisabeth overleed in 1890 en Jacob Willem in 1919, op bijna 80-jarige leeftijd in het mede door hem opgerichte Laurensgesticht, het latere Ginnekense ziekenhuis, dat in de vorige eeuw met het Bredase ‘Ignatius’ is gefuseerd.

De streng katholieke schoonvader Leesberg moet meer invloed op de broers Van den Biesen hebben gehad, dan hun liberale vader die door verdrinking om het leven kwam, toen zij nog zeer jong waren.

Tegenpolen

Om Jacob Willem, die de geschiedenis in is gegaan als een belangrijke, katholieke emancipator, is het ons te doen. Hij was in meer dan een opzicht de tegenpool van zijn vader en naamgenoot J.W. Van den Biesen (1797-1845), katholiek liberaal en in 1828 oprichter van het Algemeen Handelsblad. Van den Biesen jr. was namelijk wat men in de negentiende eeuw een ultramontaanse J.W.van den Biesenkatholiek noemde, rechtzinnig, enerzijds conservatief, maar in zeker opzicht ook weer vooruitstrevend. Zijn broer en geestverwant, de Amsterdammer Jan van den Biesen wordt in het standaardwerk Katholieke Herleving van de historicus L .J. Rogier genoemd als mede-oprichter van de Sint-Vincentiusvereniging (armenzorg) en het is zeker dat Jacob Willem daarin participeerde.


Jac..W. Van den Biesen


Jan, die tegen het einde van de negentiende eeuw nog één zittingsperiode lid van de Tweede Kamer is geweest, was volgens Rogier ‘een van de eersten die zich het lot van de jonge arbeiders aantrok’. Wat dat betreft was hij de pauselijke encycliek Rerum Novarum (1891) ’n eind voor.

Van den Biesen sr. daarentegen, joeg, aldus opnieuw Rogier, zijn geloofsgenoten met het Handelsblad zodanig tegen zich in het harnas, dat uit die tegenstellingen in 1845 het dagblad De Tijd is voorgekomen. Een krant van de katholieke elite die Jacob Willem dankbaar als uitlaatklep voor zijn ideeën zou gaan gebruiken.

Postduiven

In 1978 wijdde de toenmalige student staatsinrichting, mr. J. (Hans) Mathijsen, achterkleinzoon van Van den Biesen jr., een scriptie aan diens politieke carrière, Mr. J. W. van den Biesen, senator, waarin ook even de rol van senior, de journalist, ter sprake komt. Te mooi om hier
buiten beschouwing te laten (cursiveringen van mij):

Door zijn verdediging in het Algemeen Handelsblad van het regeringsbeleid tijdens de Belgische Opstand bezorgde Van den Biesen sr. zich veel vijanden. Nadat hij in 1830 via zijn postduivendienst vernomen had dat Antwerpen gevallen was en dit op de Beurs berichtte, werd hij door effectenmakelaars, wier fondsen door dit bericht sterk daalden, en Amsterdams gepeupel achterna gezeten tot op het Damrak, waar hij zich in een winkel verschanste, totdat de politie hem kwam ontzetten.’
Het oude hoofdgebouw van Vrederust nu. Foto Louis Mathijsen.


‘Onze’ Jacob Willem studeerde rechten en promoveerde in 1866 in Utrecht in het Romeinsch en Hedendaagsch Regt. Stelling 12 luidde: ‘Alleen daar moet de staat voor

onderwijs zorgen, waar het bijzonder onderwijs tekort schiet.’ Deze stelling zou hij later waar mogelijk in praktijk brengen.

In hetzelfde jaar liet hij zich als advocaat en procureur inschrijven aan de balie in Breda. Ik citeer weer even de scriptie van Hans Mathijsen: ‘In het maatschappelijk leven viel hij al snel op door zijn principiële stellingname. Hij vond dat de katholieken te afhankelijk waren van de liberalen.’

Van den Biesen maakte zich met zijn politieke voorkeuren in het Bredase weinig vrienden en de familie-overlevering wil dat hij daaronder heeft geleden. Hij is eens ontdaan thuisgekomen, nadat een stadgenoot zich, na een geanimeerd gesprek in de trein, tegenover hem had ‘geëxcuseerd’, dat hij niet met hem in de stad gezien kon worden. Ook van de plaatselijke r.-k. geestelijkheid vond hij aanvankelijk weinig medewerking, ingekapseld als die was door de ‘liberale heerschappij’.

Doorzetter

Breda, ooit woonstede van de Nassaus en van Willem van Oranje, kreeg in 1828 van Willem I zijn Koninklijke Militaire Academie, die van grote invloed is geweest op de demografische en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling van de stad en haar omgeving. Minder dan steden als Den Bosch en Tilburg, overigens de geliefde woonplaats van Willem II, heerste in Breda de rooms-katholieke monocultuur, wat een gevolg was van de vestiging van hoge militairen, die er ook na hun pensionering bleven wonen, en in hun kielzog meer bemiddelde ‘Hollanders’, renteniers en oud-Indiëgangers. Alles behalve rooms. Zij vonden in de stad met haar bosrijke omgeving een aantrekkelijk leefklimaat. Hadden tegenover het rooms georiënteerde Dagblad van Noordbrabant hun Bredasche Courant. De nu vergeten promotionele kwalificatie Haagje van het zuiden voor Breda, was dus niet eens zo ver bezijden de waarheid.

Zo kon het bij voorbeeld gebeuren dat de in 1881 geopende stadsschouwburg Concordia tot diep in de volgende eeuw min of meer ‘verboden gebied’ was voor het r.-k. volksdeel. En in dit liberale milieu was de militant katholieke Jacob Willem van den Biesen een tamelijk vreemde eend in de bijt. Ook zijn confraters in de advocatuur waren niet direct van deze roomse Prinzipenreiter gecharmeerd, wat de groei van zijn praktijk aanvankelijk uiteraard niet heeft bevorderd. Maar het heeft Van den Biesen’s uitgroei tot katholiek politicus van formaat, op provinciaal en landelijk niveau niet in de weg gestaan. Een kwestie van doorzettingsvermogen.

Op de barricaden

In 1868 was Van den Biesen de gangmaker van een verzoekschrift van katholieke kiezers aan de toen pas benoemde (tweede) bisschop van Breda, Joannes Genk, om de oprichting van een r.-k. kiesvereniging (in die tijd gold nog het districtsenstelsel) te bevorderen. Zoals gezegd, stelde de clerus zich voorzichtig op, wat volgens Mathijsen te maken had met ‘zekere rechten’ die zij via de liberalen had verworven. Maar twee jaar later kwam het er toch van: de R.C. Kiesvereniging voor het Hoofddistrict Breda, met als doel het voorkomen van de herverkiezing van de katholieke liberaal Norbertus Guljé (1808-1885) tot lid van de Tweede Kamer, voor wie dan een ‘onverdacht katholiek’ in de plaats zou moeten komen, namelijk jhr. mr. Carel van Nispen tot Sevenaer. Die opzet lukte in 1871; het werd zelfs een eclatante overwinning voor Van Nispen, die in de Kamer al onmiddellijk op de barricaden ging, zich verzettend tegen het schrappen van de gelden voor het Nederlands gezantschap bij de paus.

Tevoren had monseigneur Genk onze gangmaker geschreven: ‘Wat denkt gij toch, Van den Biesen, dat gij dien man (Guljé dus, tSs.) van zijn troon zult stooten!’ Het antwoord van een zelfverzekerde Jacob Willem luidde snedig: ‘Wacht drie dagen, monseigneur.’

Mede door verschillende sociale activiteiten die Van den Biesen in Breda ontplooide, kreeg hij daar steeds meer voet aan de grond en effende hij voor zichzelf het pad naar het lidmaatschap van Provinciale Staten, van waaruit hij, zij het veel later, zou doorstoten naar de Eerste Kamer. Zijn statenlidmaatschap zou, vanaf 1874 liefst 22 jaar duren. Tegen dat
hij afscheid nam, werd hij in 1896 gekozen tot ‘buitengewoon lid van Gedeputeerde Staten’, blijkbaar een erefunctie die als zodanig niet meer bestaat.

Schaepman

De onverzettelijke Van den Biesen weigerde intussen, in 1877, het lidmaatschap van de hem ’te liberale’ Groote Sociëteit, wat dan in Breda weer leidde tot allerlei, in de voorhanden documentatie niet nader omschreven verdachtmakingen. Maar hij ging dus door: in 1879 met de oprichting van de Bredase Vincentiusvereniging en het jaar daarop met het bevorderen van de kamerkandidatuur van zijn neef en geestverwant, de later beroemd geworden katholieke voorman dr. Herman Schaepman (1844-1903).

Intussen ageerde Van den Biesen in De Tijd tegen een voorstel tot invoering van de dienstplicht, of de ‘persoonlijke schuttersdienst’ zoals hij die noemde. Na veel geharrewar over dit onderwerp in de Centrale Bond van R.K. Kiesverenigingen, waarvan Van den Biesen in 1887 penningmeester was geworden, stuurde hij het in de door hem opgerichte provinciale bond aan op een ‘Brabantse oorlogsverklaring’ aan het toenmalige kabinet. De r.-k. kamerleden moesten de ‘legerwet’ torpederen en de val van het kabinet bewerkstelligen. ‘Doen zij dit niet, dan merken ze dit wel bij de volgende verkiezingen.’ Onder anderen Schaepman was not amused.

Het katholieke kamp in de Kamer was dan ook verdeeld – de fractiediscipline doorbroken, zoals de krant van de havenbaronnen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, met leedvermaak vaststelde. Brabant ‘beloont’ Jac. Willem in 1890 voor zijn verzet tegen de dienstplicht met een verkiezing tot lid van de Eerste Kamer, maar…hij weigert. In 1896 accepteert hij zijn benoeming tot senator wel en blijft dat tot 1917, als hij oud en moe, zijn intrek neemt in het Ginnekens Laurensgesticht.

Confessionele politiek

Uiteraard is Jacob Willem van den Biesen in het parlement een exponent van confessionele politiek en trekt hij ten strijde tegen ‘het zedelijk verval’, dat hij mede bevorderd ziet door de liberalen en later de socialisten. Tegenover het neomalthusianisme , de ideologie die streefde naar geboortebeperking als middel tot het aanpakken van sociale en economische wantoestanden , plaatst hij vol vuur zijn christelijke zedenleer.vdBiesen in ambtskostuum2

 


J.W. Van den Biesen in het ambtskostuum van senator –>


Zonder resultaat: de meerderheid van de senaat erkent met de regering een veelvoud van ‘zedelijkheidsopvattingen’ in het land. Het weerhoudt hem er niet van, er jaar op jaar in zijn algemene beschouwingen op terug te komen.

Overigens blijkt zijn weerstand tegen de prostitutie opnieuw actueel, nu vandaag wordt erkend dat ze de basis vormt voor de internationale vrouwenhandel. Van de Biesen liet dat aspect destijds niet buiten beschouwing.

Waar de Brabantse afgevaardigde zich al niet mee bezig hield. Zo was hij even sterk voor protectionistische maatregelen, zoals die voor de West-Brabantse suikerboeren en -fabrieken, als tegen de vrijhandel in het algemeen. Van den Biesen was er voor zijn geloof en voor zijn gewest. Hij was mede-oprichter van de R.K. Universiteit (tegenwoordig Radboud-) in Nijmegen en voorvechter van de aanleg van het Wilhelminakanaal, dat de Zuidwillemsvaart met de Amer en het Hollands Diep verbindt.

J.W.van den Biesen’s zwanenzang ging in 1916 – hoe kon het anders – over zijn bezwaren tegen de mogelijkheid van de aflegging van de belofte (Dat verklaar en beloof ikl ) als alternatief voor de eed (Zo waarlijk helpe mij God Almachtig). ‘Een niet te dulden belediging aan mijn godsdienstige overtuiging.’

Jacob Willem van den Biesen, een kind van zijn tijd.

Vrederust nu

Terug naar Vrederust, meer dan een halve eeuw de woonst van deze generatie Van den Biesen.

De toenmalige stadsarchivaris van Breda, F. Brekelmans, omschreef Vrederust, in het gehucht Overakker in 1960 als ‘een mooi, gaaf en eerlijk landhuis, gebouwd in 18e eeuwse timmermansstijl’. interieur
Dat laatste nam volgens hem niet weg, dat het een ‘voorname aanblik biedt’.

 


<- Interieur ten tijde van de bewoning door de familie Van den Biesen. Foto privécollectie, Haarlem.


Brekelmans schreef zijn artikel over de geschiedenis van het landgoed in het Jaarboek 1960 van de heemkundekring d’Oranjeboom naar aanleiding van de aankoop door de gemeente Breda, die er, na restauratie, haar Dienst Beplantingen in huisvestte. Later kwam het in handen van de successvolle Bredase ondernemer Aad Ouborg (Princess huishoudelijke apparaten), die zich als ‘uit de hand gelopen hobby’ zoals hij het zelf omschrijft, toelegt op het verwerven en beheren van monumentale panden. Zo herstelde hij de voormalige Bredase bioscoop Grand Theatre in zijn oude Jugendstil-glorie om het als prestigieus muntifunctioneel ‘uitgaanscentrum’ in gebruik te nemen. (Zie Ouborg Monumenten Vastgoed.)

Vrederust huisvestte er ’n tijdje kantoren en showrooms van Princess, totdat Ouborg de ‘kantoorvilla’ doorverkocht aan projectontwikkelaar Heja, die echter in 2012 failliet ging. Een eerder geplande executieveiling ging niet door, vandaar dat het sterk uitgebreide en gemoderniseerde Vrederust nu als één van de ruim 12000 (!) kantoorpanden in Nederland te koop staat. Vraagprijs 2,9 miljoen. Waarom Ouborg nu niet in beeld is, heb ik niet kunnen achterhalen.

Bronnen, onder meer: F.Brekelmans: De Buitenplaats Vrederust te Ginneken – Woonplaats van katholieke emancipatoren, Jaarboek no. 13 van Heemkundekring d’Oranjeboom, Breda, 1960; J. Mathijsen: Mr. J. W. van den Biesen, senator, CII-scriptie, staatkundige studierichting, Leiden, 1978; mededelingen L. Mathijsen te Haarlem, aan de hand van familie-documenten; L.J. Rogier: Katholieke Herleving, ca. 1960; Archief van de Provincie Noord-Brabant; Henri t’ Sas: artikel over de situatie van het r.-k. amateurtoneel in Noord-Brabant en het hem ontzegde gebruik van de Bredase schouwburg Concordia, cultureel weekblad De Bibliotheek, 1918.

Verkocht

Dit artikel in pdf-format downloaden.

9 Reacties op “Het Ginnekense buitenhuis Vrederust en zijn markante bewoners”

  • Dit is natuurlijk een valse opmerking. Zou Jacob Willem ook aandelen hebben gehad in de suikerbusiness (CSM)?

  • louis:

    Die niet, wèl Russische spoorwegaandelen……

  • Michael Breeman:

    Dag, weet u misschien iets meer over de schilder Chr. Eckstein?

    Hartelijke groet, Michaël

  • louis:

    Goededag Hr Breeman,

    Van Chr Eckstein kan ik u helaas weinig melden. Ik vermoed dat hij in Den Haag contact heeft gehad met Josef Israels. Ik ken portretten van zijn hand een een gravure; allen niet werkelijk bijzonder. De grote aquarel van Vrede Rust daarentegen wèl. Hij kwam uit Duitsland en heeft ook nog Rijngezichten geschilderd, niet geweldig qua artisticiteit. Er bestaan ansichtkaarten van. Was actief in begin 20e eeuw.

  • Dag auteur/redacteur
    ik ben bezig met een historisch artikel over de sociëteit De Katholieke Kring. J.W. Van den Biesen was hier vice-president van. Goede tekst dit. Foto’s van hem zijn zeldzaam. Heeft U misschien nog hogere resolutie afbeeldingen van de twee foto’s van hem bij dit artikel. Of weet U bij wie de foto’s vandaan komen?
    met vr. groet
    Frans Gooskens

  • Monique Leesberg:

    Interessant verhaal.
    Is er iets bekend over de opdracht voor bomenkap in het park door ene van de Biesen, waardoor onvrede in de familie ontstond?

Reageer