Who's Online
1 visitors online now
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
maart 2013
Z M D W D V Z
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
31  

En als Hitler nou eens terugkwam?

Boekbespreking door Sante Brun


er-ist-wieder-da


N
og altijd wordt er gespeculeerd over de vraag: en als Hitler de oorlog gewonnen zou hebben? Alsdanvragen, daar hebben politici en historici een hekel aan. De Duitse schrijver Timur Vermes pakte het anders aan: Hitler heeft weliswaar de oorlog niet gewonnen (maar wel bijna) en wij weten dat hij dood is, maar niettemin wordt hij ergens in 2011 wakker op een braakliggend stuk grond in Berlijn, in zijn verfomfaaide uniform en stinkend naar de benzine waarmee hij was overgoten bij wijze van crematievoorbereiding.

 

Zo begint het boek van Vermes, dat dan ook als titel heeft: Er ist wieder da. De omslag van het boek is een karikatuur van Hitler: de bekende spuuglok en de snor, die bij nader toezien zowel de titel van het boek als de kenmerkende  Hitlersnor blijkt te zijn. Veel duidelijker kan het niet gezegd worden: het betreft hier satire. En de satire beperkt zich niet tot de avonturen van de dictator in het Duitsland van 2011 en 2012, maar gaat ook en vooral over wat er van Duitsland is geworden in de tijd dat Hitler ‘nicht mehr da’ was. Niet veel beter, in de ogen van de dictator, wiens vingers jeuken om een en ander recht te zetten.

Satire in een satire

Wat doe je met zo’n gegeven? Vermes heeft een eenvoudige oplossing: toevallig komt Hitler in aanraking met een tv-productiemaatschappij. En terwijl Hitler zelf hierin een kans ziet zijn politieke ideeën weer ingang te doen vinden ten einde het Groot Duitse Rijk voort te zetten, ziet de productiemaatschappij vooral een geweldige en vermoedelijk succesvolle satire, een satire in een satire, eigenlijk.

Het boek is in de ik-vorm gesteld (Hitler is natuurlijk ik) en dat geeft de Führer gelegenheid flink uit te pakken,  in de stijl waarin hij de aanwezigen op bijeenkomsten te zijnent in de Tweede Wereldoorlog de oren van de kop placht te kletsen. Hij trekt, soms woedend uitvallend in felle scheldpartijen, van leer. Tegen degenen die hem verraden hebben waardoor de oorlog verloren werd en tegen het moderne Duitsland, dat in zijn ogen een armzalige en zelfs nogal zielige democratie (een vies woord), met nota bene een ‘vrouw als een dikke treurwilg’ als ‘zogenaamde bondskanselier’. Natuurlijk is alles fout in het land, van de pers (de Bild Zeitung voorop) tot wat er op de tv wordt vertoond. Alleen de computer en de mobiele telefoon kunnen zijn goedkeuring wegdragen, als zal hij de combinatie van allerlei functies in de laatste direct verbieden als hij weer aan de macht is.

En dat alles in een prachtig soort jarendertig-Duits, waarin woorden als ‘Kuhl’ en ‘Dzjiens’ niet thuishoren.

Met name in de supermarkten ziet hij grote voordelen: doordat die met weinig personeel werken blijven er dus, naar zijn schatting, voldoende mensen over om een stuk of tien divisies te vormen, die dan natuurlijk direct naar het front kunnen.

Kuhl

Hoewel Vermes Hitler ook stevig laat uitvaren tegen wat hij ziet als ‘jüdisch’ gelden zijn allergrootste bezwaren de… NDP en diens leden, die het wagen zich rechtsradicaal te noemen, maar die de EU en de VN erkennen en zich keurig aan de grondwet van de Bondsrepubliek houden. Nog erger is het dat ze de moord op zes miljoen Joden ontkennen, terwijl Hitler daar juist zo trots op is, al zullen het er misschien niet helemaal zes miljoen zijn geweest en vond hij het bij nader inzien een beetje flauw, de gaskamers voor te spiegelen als douchecellen.

En zo verstrijkt er ruim een jaar waarin de Duitsers, vooral de jeugd, wel kunnen lachen om die ‘kuhle’ acteur die zo geweldig Hitler imiteert en dat ook in het dagelijks leven strak volhoudt.

In Duitsland is het boek een bestseller. Het is, denk ik, het lang verwachte Duitse antwoord op Allo Allo en op de beroemde scène uit Fawlty Towers ‘Don’t mention the war’. Je zou kunnen zeggen dat dit een volgende stap is in de Vergangenheitsbewältigung van de Duitsers – maar hoe maak je zo’n verhaal af?

Slagzin als laatste zin

Tijdens een wandeling in Berlijn wordt Hitler overvallen door een paar ‘rechtsradicalen’ die de manier waarop Hitler de spot drijft met Hitler laken – ze schelden hem uit voor ‘Judenschwein’ – en slaan hem in elkaar. In het ziekenhuis krijgt de Führer veel beterschapswensen, tot zijn verbazing ook van vrijwel alle politieke partijen in Duitsland. Hij denkt er zelfs wel een te kunnen uitzoeken die hem kan helpen zijn komende staatsgreep te legitimeren, zoals dat ook gebeurde in 1933.

Voor de productiemaatschappij kan hij niet meer stuk en begint een affichecampagne met als slagzin ‘Es war nicht alles schlecht’. Dat is overigens verrassend, want daarover wordt in het hele boek niet gesproken.

Het verhaal is dan ook meteen afgelopen, de slagzin is meteen de laatste zin. Want voor je het weet moet je nog eens gewelddadig van Hitler af zien te komen, zoals destijds Van Kooten en De Bie hardhandig een einde moesten maken aan het bestaan van Jacobse en Van Es en hun Tegenpartij, voordat je de boel uit de hand laat lopen (en werkelijkheid laat worden) zoals de befaamde tovenaarsleerling.

Reageer