Plan voor mestfabriek: ieder z’n feestje
Door J.C.M. van der Schoot
De bestuurders van de provincie Noord-Brabant en hun ambtenaren kun je niet verwijten, dat ze gebrek aan vindingrijkheid aan de dag leggen als het gaat om ruimtelijke ordening zoals natuurontwikkeling, stallenbouw, recreatieve voorzieningen en andere ruimtelijke voorzieningen.
Nu is er met gebruikmaking van uiteenlopende wettelijke mogelijkheden een nieuw plan, dat voorziet in de bouw van een mestfabriek in het buitengebied De Logt, tussen Oirschot en Oisterwijk. Het plan is knap bedacht, maar conservatief en gaat voorbij aan mondiale aspecten, zoals de dreigende voedseltekorten.
De combinatie is uniek voor Brabant: Een ondernemer op het gebied van de mestverwerking, EcoEnergy, de gemeentebesturen van Oirschot, Oisterwijk, de provincie Brabant, het bestaande landgoed De Rosephoeve, Natuurmonumenten en Waterschap De Dommel hebben elkaar gevonden. Zelfs safaripark de Beekse Bergen in Tilburg doet ook mee, omdat dit park wil uitbreiden en daarvoor natuur moet compenseren en dat kan in dit plan.
De verschillende belangen betreffen: verbetering van de economische positie van de veehouderijen in dit gebied, landbouwgrond omzetten in nieuwe natuur (70 ha), sloop van enkele stallen, bos-omvorming, betere waterhuishouding, bouw van een mestverwerkende fabriek en de bouw van een aantal appartementen. Ook de zo noodzakelijke ecologische hoofdstructuur is er mee geholpen. Afzonderlijk zouden al deze elementen door wettelijke of financiële hindernissen niet verwezenlijkt kunnen worden.
Ieder zijn feestje
In het totale plan moet de fabriek voor mestverwerking – officieel biovergister – de ontwikkeling van het totaal aan voorzieningen financieel mede mogelijk maken. Van de bestaande regeling dat alleen op een bedrijventerrein een mestfabriek mag worden gebouwd, is exclusief voor deze gelegenheid door het provinciebestuur afgeweken vanwege de ‘maatschappelijke meerwaarde‘ van het gehele plan. De grond voor de mestfabriek zal worden gepacht van de eigenaren van het aangrenzende landgoed De Rosep, waarvan deze eigenaren op hun beurt op De Logt dan twee poortgebouwen en een hoofdgebouw van vier à zes appartementen mogen bouwen. Kortom: iedereen zijn feestje, iedereen blij.
Het is allemaal knap bedacht, maar de denkrichting achter het plan verraadt conservatisme in dienst van het eigen -beperkte- belang en gaat voorbij aan mondiale aspecten.
Geen wezenlijke oplossing
Het plan kan op termijn geen wezenlijke oplossing bieden voor tal van schadelijke ontwikkelingen, voor het voedselvraagstuk en de ecologische crisis.
Het past wel in de denklijn die Gedeputeerde Staten hebben uitgezet voor de veehouderij anno 2020. Uitgangspunt daarbij is, dat ontwikkelingsruimte – dus uitbreiding van de veehouderij – verdiend moet worden door het zetten van stappen in de verduurzaming. Deze eis is hier dan wel ingezet voor uitsluitend het eigen beperkte belang, want de wereld is wel iets groter dan De Logt.
Waarom is de visie achter het plan conservatief, beperkt en kortzichtig? Het wezenlijke probleem van het dreigende voedseltekort in arme landen blijft erbuiten, evenals de schadelijke gevolgen van de huidige vleesproductie voor het mondiale ecosysteem. De meest intelligente innovaties zullen deze schadelijke gevolgen niet afdoende kunnen inperken.
De wereldwijde run op landbouwgrond ontketent in de ontwikkelingslanden hevige conflicten om het eigendom van het te bebouwen land, waardoor vele kleine boeren hun bedrijf stoppen en naar de stad trekken. De voedselvoorziening voor de lokale markten komt hierdoor in gevaar met het gevolg, dat de armsten met voor hen veel te duur geïmporteerd voedsel worden geconfronteerd. Voedselrellen blijven dan ook niet uit.
Grootscheepse vleesproductie
Ook de provincie Brabant accepteert kennelijk, dat de grootscheepse vleesproductie met alle schadelijke gevolgen een onwrikbaar gegeven is. In de ontwikkelingslanden moeten steeds meer bossen worden gekapt voor de landbouw, waarvan de producten dienen voor de vleesproductie in de rijke landen. Ook het energieverbruik voor het transport van al dat veevoer en het gebruik van veel gif bij de productie van het veevoer zijn niet te onderschatten.
In feite is hier sprake van roofbouw, die het mondiale ecosysteem ernstig ontwricht. De importerende landen zoals Nederland zouden ook financieel moeten opdraaien voor de emissies, die ontstaan door al deze schadelijke effecten.
Natuurlijk kunnen Gedeputeerde Staten deze problematiek niet oplossen. Maar er geheel voorbijgaan in nota bene de denkrichting voor de veehouderij anno 2020 is eigenlijk onbegrijpelijk.
De denkrichting zou moeten zijn: Drastische inkrimping van de veesector. Te beginnen in Brabant.
De hoofdvraag lijkt me: moet je het daarom niet doen? Overigens, De Logt tussen de natuurgebieden Oisterwijkse vennen (toerististisch) en Kampinase Heide (iets minder toeristisch). Wat gaat die mestfabriek méér aan verkeer genereren?
Transporten kunnen inderdaad een probleem vormen, zo blijkt uit dit bericht over uitbreiding van een mestfabriek in het Belgische grensplaatsje Meer: http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?articleid=DMF20121211_00399402