Kamperen bij de boer
Schutten in sluis Delden in het Twentekanaal.
(Update) Er varen opvallend veel schepen door het Twentekanaal (Zutphen-Enschede met zijtak tot Almelo). Tankers zelfs. Je denkt misschien dat er een doorverbinding naar Duitsland is, maar die is – van Almelo naar Nordhorn – al meer dan een eeuw geleden onrendabel gebleken en tot een cultuur-historisch landschap ‘opgewaardeerd’.
We zitten boffend met het nazomertje, pal naast dat kanaal op een gaaf grasveld te kamperen bij de boer.
Sympathieke landlieden, die – nu met 50 melkkoeien – al vijf generaties op dezelfde grond zitten. In een zijgevel van de (betrekkelijk nieuwe) stal zitten vier ‘eerste’ stenen, waarvan de oudste dateert van 1806. In die tijd koos de familie onder de Napoleontische wetten de naam Ter Braak. De graanakkers zijn overal in Twente verdwenen en er is een opvallende hegemonie van maïs, maar verder is het hier fantaaaastisch qua landschap, met een overvloed aan eerbiedwaardige eiken.
Ik moet terugdenken aan een act van Paul van Vliet: Boer, zouden wij hier ook ‘n bevruchting kunn’n meemak’n? Als Hollanders boeren nadoen, zijn het altijd Oost-Nederlandse boeren. Van Vliets agrariër was trouwens boer’nbedrog en de onze is nog echt, woont in een rietgedekte boerderij en doet met één melkassistent alles zelf. Ik zag hem een hek lassen. M’n hobby, zei hij. Die boerderij is vlak na de oorlog herbouwd, nadat in april 1945 langs het kanaal wel veertig hoeven waren afgebrand.
De vrouw runt de camping, waarvan de houten kantine – ‘t Schöpke geheten – tevens dient als pleisterplaats voor wandelaars en fietsers. Zelfbediening. ‘Bent u met ‘n groep, maak dan een kan koffie.’
Dat kan nog allemaal in Twente. Twee wielrenners vonden zondag langs het kanaal een rugzak met een Zwitsers paspoort en kwamen bij ons informeren. Komt goed. We geloven niet dat er iemand verdronken is.