hhBest – Sinds 1996

Door J.C.M. van der Schoot

De Provincie Noord-Brabant speelt af en toe graag voor suikeroom en wat is mooier dan zoiets te mogen doen in tijden van crisis en dan ook nog met de centen van een ander, namelijk de belastingbetaler.

Zo ontvangt de familie Bartels in Hooge Mierde, eigenaar van het gelijknamige paardensportcentrum, een miljoen euro provinciale subsidie als bijdrage in de bouw van een tweede trainingshal, een verblijfsruimte voor de cursisten en een stapmolen. De sportaccommodatie is niet alleen bedoeld voor topsporters, maar ook voor recreatieve ruiters en mindervaliden, zo wordt geruststellend meegedeeld. Dat mindervaliden hier ook terecht kunnen is natuurlijk sympathiek.
 

De Provincie is lovend  over de nationale en internationale functie en de daaraan verbonden promotie van het paardensportcentrum, dat  niet alleen koninklijke beoefenaars van de paardensport ontvangt, maar ook trainers uit tal van landen, waaronder China!

Dat is  allemaal heel mooi,  maar toch vooral voor de familie Bartels. Het gaat hier namelijk om een louter commercieel bedrijf, niet meer niet en niet minder. Een leuk bedrijf weliswaar, maar met een activiteit, die voornamelijk gericht is op de meest bedeelden in onze samenleving. Laat ze maar betalen voor hun hobby, zou ik zeggen.
 

De heer Bartels constateert tevreden, dat ‘het geld nu eens niet naar noodlijdende voetbalbedrijven gaat, maar naar toonaangevende verenigingen en bedrijven die een stimulerende rol spelen in de sport.’ De heer Bartels heeft voor een stukje gelijk: Het commerciële voetbalbedrijf dient niet gesubsidieerd te worden door de overheid. Maar dan volgt zijn ongelijk: Immers wat voor het commerciële voetbalbedrijf geldt, is ook van toepassing op het bedrijf van de familie Bartels. Beide commerciële bedrijven ontberen de maatschappelijke relevantie. Ze zorgen weliswaar voor leuke dingen maar ze dienen geen  algemeen belang.