Hans van Mierlo (1931-2010) mijmert over zijn jeugd
Aan memoires is hij nooit toegekomen. Hij had een natuurlijke aversie tegen het obligate en misschien vond hij zichzelf ook geen briljant schrijver, waarin hij aantoonbaar – weer eens – gelijk had. Hans van Mierlo, journalist, politicus, denker en mede-oprichter – icoon – van de naar staatsrechtelijke vernieuwing strevende politieke partij D66, overleed (op 11 maart) een jaar geleden op 79-jarige leeftijd.
Er is nu toch een boekje van hem verschenen, van nauwelijks tachtig bladzijden. Zoals de titel, Het kind en ik (naar een opgenomen gedicht van Nijhoff) al zegt, gaat het voornamelijk over zijn jeugd in Ginneken, tegenwoordig stadsdeel van Breda, en over zijn familie, zijn ouders, Wereldoorlog 2, die hij mede moest doorstaan, kortom de niet weg te cijferen achtergrond van alles. Hans van Mierlo was dus ook een nostalgicus, een romanticus en een gevoelig mens, maar dat laatste wisten we al.
De familie behoorde tot wat men toen ‘de gezeten burgerij’ noemde, dorpsnotabelen, die tot in de oorlog een dienstmeisje en een kinderjuf hadden, de voorste banken in de parochiekerk pachtten, soms al over een auto beschikten, in het geval Van Mierlo een Ford V8.
‘Relatief rijk’, schrijft Hans. De vader kwam uit het bankiersgeslacht (Van Mierlo en Zoon), beheerde een bijkantoor van die bank en was daarnaast directeur-eigenaar van de N.V. Ettense Steenfabriek. In 1953, vlak voor de watersnoodramp, was hij mede-oprichter en secretaris van de Industriekring Etten-Leur. Dat was de eerste gemeente in Brabant die toen op spectaculaire wijze aan industrialisatie deed. Maar Hans noemt zijn vader, voor wie hij een duidelijke genegenheid aan de dag legde, ook ‘een ploeteraar’.
Ondergetekende *) herinnert zich Van Mierlo senior als een brave huisvader van acht kinderen, die ‘s morgens om kwart over acht stipt op zijn motorfiets stapte, de actentas met een riem diagonaal over het bovenlijf. Wiens bescheiden genoegens bestonden uit dingen als het genietend applaudisseren voor een enigszins verwelkte zangeres in het eertijds door het Bredase establishment druk gefrequenteerde ‘t Zuid (-Hollands Koffiehuis) aan de Grote Markt. Het levendige gezin woonde in een <- herenhuis, Ginnekenweg 305, dat mijn neef Paul op mijn verzoek heeft gefotografeerd (Zie ook de reacties onder dit stuk; ik fotografeerde oorspronkelijk het verkeerde huis.)
Engeland
Ik leerde Hans (drie jaar ouder) in maart 1945 meer dan oppervlakkig kennen, toen wij deel uitmaakten van een kinderuitzending naar Engeland en ondergebracht werden in een barakkenkamp in Cottingham, Yorkshire. Met een schip van de Royal Navy tussen de mijnenvelden door (de oorlog was nog niet ten einde) van Oostende naar de Theemshaven Tilbury.
Foto (onbekende Engelse fotograaf): De 13-jarige Hans van Mierlo, de grootste jongen in het midden, in de rij voor eten in Cottingham.
Wij, de kinderen, waren geselecteerd op onze fysieke toestand, we waren in de groei en ondervoed. Met geld kun je in tijden van oorlog en schaarste weinig. Van een nauwelijks functionerende steenfabriek of – zoals in ons geval – van de kunst kun je moeilijk leven.
Hans zat bij de oudere jongens, die hun barak tamelijk profetisch voorzagen van de naam House of Lords. Dit alles missen we in het boekje, dat hij in de zomer van 2008, in zijn vakantieverblijf in Zuid-Frankrijk, anderhalf jaar voor zijn dood, begon te schrijven. Het eindigt met zijn seksuele voorlichting bij een kraambed van zijn moeder, op aanraden van een kapelaan, aan de hand van het gebed Wees Gegroet Maria.
‘Mijn moeder (…) zei: “En gezegend is Jezus,” en wij moesten aanvullen: “de vrucht van uw schoot.”
”Voilà,” zei ze triomfantelijk: “de vrucht van uw schoot! Daar staat het gewoon, de vrucht van uw schoot.”.’
Mededogen
Niets dus, ook over zijn afscheid van het roomse geloof, waarover hij het meest heeft losgelaten in het marathoninterview met Henk van Hoorn, op een snikhete zomerdag in 1989 in de Villa van de VPRO. Veel staandebeens, want dan kon hij zich beter concentreren (een psychologische waarheid) . Het gebeurde, zoals hij zei, tijdens zijn militaire dienst. Hij ging ‘s zondags, tijdens de mis met een vriend in een café tegenover de kerk zitten. Maar, in tegenstelling tot die vriend, vond hij wel dat hij het zijn ouders moest vertellen. Het moet hard zijn aangekomen en Van Mierlo gaf tijdens dat radiogesprek nog blijk van zijn mededogen met de familie.
Hans van Mierlo. Een fenomeen in de Nederlandse politiek, met internationale impact. Toen hij met zes andere D66-ers voor het eerst de Tweede Kamer betrad, was dat een bericht in de New York Times. Twee jaar later zou hij op een partijcongres zeggen: ‘We moeten een revolutie maken voordat die uitbreekt, een stille revolutie, die kanalen graaft van de burgers en hun frustraties naar de centra van de macht.’ Het ideaal dat hij ook had uitgedragen in het beroemde verkiezingsfilmpje waarin hij, met de opgestoken kraag van zijn regenjas langs de Amsterdamse grachten loopt.
Te vroeg
‘Maar we waren te vroeg,’ zei hij tegen Henk van Hoorn. Oftewel de geesten waren er nog niet rijp voor. De vraag rijst, wanneer iets op tijd is, als je constateert dat een ‘revolutiemaker’ als Pim Fortuyn ook al weer vergeten is, terwijl van diens ideeën ook niets in praktijk is gebracht. En D66 een in het oude stramien passende partij is geworden. Het systeem dat 45 jaar geleden al als vermolmd werd beschouwd.
Nochtans: ‘Als er één besef is dat Van Mierlo heeft achtergelaten is het dat het vraagstuk van democratische legitimiteit nog altijd actueel is,’ aldus Menno van der Land in een necrologie op de website Liberales (helaas niet meer op het web te vinden).
Slordig
Het schijnt de bedoeling te zijn, dat er nog een boek komt van Connie Palmen, de ‘laatste liefde’ van Hans van Mierlo. Zoiets als na het verscheiden van háár voorlaatste: Ischa Meijer. Ik moet kwijt, dat ik liever een echte biografie zou lezen. Evenmin had ik behoefte aan het ‘literair doorwrochte’ voorwoord van Palmen in het nu verschenen boekje. Terwijl de redactie van De Bezige Bij nogal slordig met de tekst van Van Mierlo is omgesprongen (tikfouten laten staan bij voorbeeld, tot in de tweede druk). De commerciële haast ligt er duimendik bovenop.
Zie ook: Dagboek van een moeder in oorlogstijd
Hans van Mierlo-stichting, een initiatief van D66:
http://www.d66.nl/d66nl/item/over_de_mr_hans_van_mierlo
Mooi verhaal…………….verkeerde huis
Ginnekenweg 305 is het ouderlijk huis van Hans van Mierlo
Dank voor de correctie. Plaatselijk historicus Ad Jansen bevestigde mij dat het huis van Van Mierlo inderdaad niet pal naast het voormalige postkantoor lag, zoals ik eerder schreef. Mijn neef Paul was zo vriendelijk een foto van het originele, zich in uitstekende staat bevindende, huis te maken.