Wie is online
9 bezoekers online
Schrijf ons

Je kunt ons altijd schrijven via de contactpagina. Daar vind je ook richtlijnen, voor het geval dat je mail-notificaties wenst bij nieuwe 'posts' aangaande Best. 

Rubrieken
Opinie of niet?

ls een post op deze site begint met wat in de typografie heet een initiaal, zoals de A hier, bevat zij een mening of interpretatie van de schrijver.

English?

Translation by Google in Chrome: please, click the right mouse button and select 'English'.

Archieven
november 2005
Z M D W D V Z
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
27282930  

Sinterklaas 150 jaar geleden

‘Boems! Daar valt een roe en strompelt Pieter brommend uit de kas

Door Guido t’Sas 
Prachtige column van Sylvia Witteman in Volkskrant Magazinevan 26|11|05. Over onder meer het afkalven van het sintgeloof bij steeds jongere kinderen. Met een beschrijving van een dronken buurman als goedheiligman, in een oud gordijn, met een mijtertje van papier en de Gouden Gids als Groot Boek op de schoot. Toen ik dat las, dacht ik: er verandert eigenlijk niks, behalve dan dat toch, sluipenderwijs, die vermaledijde kerstman bezig is de goedgeefse bisschop te verdringen (recent onderzoek).

sint_in_de_klasMijn geloof in Sint Nicolaas is al in 1943 (ik was 9 jaar) afgekapt door mijn ouders omdat ze ten einde raad waren: de schaarste aan goederen van de meest uiteenlopende aard had in dat derde oorlogsjaar zodanige vormen aangenomen, dat ze niet meer wisten, hoe de traditie voort te zetten. Het jaar tevoren hadden ze nog twee-dimensionale bordkartonnen ‘poppenkastpoppen’ – hartverscheurend om te krijgen, minstens zo erg om te geven – op de kop kunnen tikken.

——————————————————-
<-Sint Nicolaas in de klas, ca. 1840. Handgekleurde litho, in een boekje dat zich in de Koninklijke Bibliotheek bevindt.
——————————————————-

Wat dat betreft is er geen beschrijving die meer herkenning bij mij teweeg bracht dan die van Toon Hermans met zijn oorwarmers en met dat stomme kartonnen aquariumpje met blikken visjes en een magneetje, bungelend aan een lullig hengeltje. 
Afgekapt, zei ik. Ongeveer de derde desillusie, na de mededeling van mijn vader dat sneeuw geen bedveren van engeltjes maar bevroren regen was en de constatering dat de meeste chocoladen paaseieren hol van binnen waren.
In dat oorlogsjaar was het dus tijd voor mijn moeder, om een beduimeld boekske uit de kast te halen, waaruit ze ons kon tracteren op het verhaal van een jongetje, dat op het punt staat, zijn geloof in Sinniklaas te verliezen. Het was een gedicht in Betuws dialect van pater Bernard van Meurs. Het klonk ons wel een beetje vreemd in de oren, maar dat wende vlug, temeer omdat we het een schitterend verhaal vonden. Zo ver staat of stond dat Betuws trouwens niet af van de Brabantse dialecten.

‘Chriestne Zielen’

Het gedicht heet Chriestne Zielen en komt uit een bundel Het Kriekende Kriekske, dat – zo lees ik in een necrologie van Bernard van Meurs in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 1915 – tot het populairste werk van de priester-dichter behoorde.
Van Meurs was een Jezuiet, die in 1835 in Nijmegen was geboren. Hij wilde aanvankelijk missionaris worden, maar dat is hem door de toenmalige president van het Groot Seminarie in Haaren uit het hoofd gepraat. Hij werd leraar natuurkunde aan het Aartsbisschoppelijk Seminarie in Culemborg, waar hij door zijn vrolijk en hulpvaardig karakter grote populariteit onder zijn studenten genoot. sint_in_de_huiskamerGedurende tientallen jaren, zeg maar tot aan zijn dood op zijn tachtigste verjaardag, was hij medewerker van de Katholieke Illustratie, het door De Spaarnestad in Haarlem uitgegeven weekblad, dat in talloze roomse gezinnen over de vloer kwam. Daarin verschenen dus praktisch alle door Van Meurs gemaakte rijmverhalen.
————————————————–
Sinterklaas stormt als een wervelwind een midden-negentiende eeuwse huiskamer binnen. –> Of struikelt hij over een door een deugniet gespannen touw? Uit een boekje met vertellingen van C. van Schaick, uitgegeven in 1852. Koninlijke Bibliotheek.
————————————————–
Ze gingen van hand tot hand en werden – in schoonschrift – overgebracht naar cahiers, die dan weer de bron waren van voordrachten ’tussen de schuifdeuren’, dat wil zeggen in familiekring.
Dankzij zo’n schrift, nagelaten door mevrouw Hannemarie de Jong-de Laat (1882-1971) uit Biezenmortel, ben ik ‘Chriestne Zielen’ (hierna compleet weergegeven), weer op het spoor gekomen. Hannemarie was de oma van mijn collega-journalist Ton de Jong in Hilvarenbeek en die stuurde mij ook een foto van het gezin De Laat, inclusief Hannemarie, genomen omstreeks 1910 in de tuin van de Zusters van Etten. Let op: de vrouwelijke niet-religieuzen dragen alle drie de Brabantse poffer.
——————————————————————————————————————————-

Groepsfoto uit 1910
oma_de_jong

De familie De Laat uit Biezenmortel omstreeks 1910 in de kloostertuin in Etten. Linksachter Hannemarie, die het beroemde Sinterklaasgedicht van Bernard van Meurs overnam in een schriftje.
——————————————————————————————————————————–

Ik ben wat ver afgedwaald van Van Meurs’ Sinterklaasgedicht Chriestne Zielen, maar ik vind nu eenmaal dat deze context, niet gemist kan worden. Van Meurs (1835-1915) leefde in de tijd van de katholieke emancipatie en heeft veel voor de schaars lezende roomse mens betekend, zonder een moralist of zedenmeester te zijn.

bernard_van_meursIn ‘Chriestne Zielen’ kijkt hij als ca. 60-jarige terug naar een belevenis thuis, met Sinterklaas, als hij in de lade van moeders kastje een taaipop vindt en daar alvast de kop van oppeuzelt, vervolgens –Boems! daar valt een roe – ome Gradus met z’n kromme benen als Zwarte Piet de kast uit ziet strompelen…
———————————————————————————–
Bernard van Meurs, toen hij zijn laatste dagen sleet als kapelaan in Rotterdam, maar wel – tot op het laatst – doorschreef. –>
———————————————————————————–

Ja, de taal is natuurlijk archaïsch. Hier en daar zal ik wat woordjes verklaren. Oubollig? Kabouter Plop lijkt me erger. Het is me niet om de literaire, maar om de documentaire waarde van het stuk te doen. Het soort weemoed, de nostalgie, waarvan Van Meurs getuigt, zal ook de wat oudere 21e-eeuwse mens bekend voorkomen.

Paardenkeutels

Er komt een Zwarte Piet op huisbezoek in voor. Sinterklaas in eigen persoon, zoals te zien op het plaatje hierboven was alleen voor de welgestelden weggelegd.

Sinterklaas en vooral zijn knecht, in West-Brabant vaak Assipan genoemd, werden tot na Wereldoorlog 2 nog als ‘boeman’ gebruikt, om kinderen braafheid en gehoorzaamheid te leren. Roede (van boomtwijgen) en zak (om kinderen in mee te nemen naar Spanje!) zijn al tientallen jaren afgeschaft.

Het ‘rijden’ van Sinterklaas op de morgen van 6 december is nog tot diep in de vorige eeuw gewoonte geweest. Pakjesavond was weggelegd voor de ouderen. In grote gezinnen werd op de huiskamertafel voor ieder kind een gedeelte afgebakend, waarop, met de nodige naambriefjes de geschenken en het snoep werden uitgestald. In het verhaal van Van Meurs blijft het beperkt tot dat snoepgoed.

Om het allemaal nog wat echter te maken, presteerde mijn opa het, ’s nachts paardenkeutels in de gang te deponeren.Christene

De eerste bladzijde vanChriestne Zielen uit het schrift van Hannemarie de Jong-de Laat.
——————————————————————————————————————————–

Hieronder volgt de complete tekst, aan het schrift ontleend. Onderaan staan wat woordverklaringen.

Chriestne Zielen

"Chriestne zielen!"Aorige uutroep,
die nao meer dan vieftig jaor,
Mien nog schreien duut van ’t lachen
en weemujigheid tegaar
Och waor is de tied gebleven?
al mien haoren zin nou gries,
En ik merk mien levensliedje
raokt somwielen van de wies.
Mien geheugen speult m’al parten, 
wil ik is uut verlejen tied
Dit of dat geval vertellen –
fuut! Ik bin naom en daotum kwiet.
Maor – en dâ’s weer onbegrieplik –
wâ’k as dreumes heb gedaon,
Glad vergeten was siends jaoren,
kumt weer levend veur mien staon.
Zo Beveurbeild uut mien jonkheid
schiet mien ien ’t kemiek geval
Dâ’k op Sinter Klaos beleefd heb
en oe nou vertellen zal
’s Aovends goeng weer ’t spul beginnen
’t joeg mien wel ‘en schrik op ’t lief
Da gerammel met de ketting;
maor toch was ‘k op mien kievief
Went ik trok ‘en bietje ien twiefel
de echtheid van de Sinterklaos
"Stil!"-riep vaoder bang tot moeder - 
"Heurde ‘m?…Daor kumt Pieter aon!"
Maor ze kniepte saom ‘en eugske,
en dâ dee mien veul verstaon.
Boems! d’r valt ’n roei, en strompelt 
Pieter brommend uut de kas…
Gauw zag ‘k aon zien kromme benen
dat’et aome Graodus was
Maor ‘k zei niks en hiew m’onneuzel
en dee krek al wat ie wou
Op mien knie beleufde ik greinend
dâ’k m’ien alles beetren zouDaorum kreeg ‘k ien stee vanpriegel
keuning David van taoi-taoi
‘k Had zien kroon al opgepeuzeld,
toen ik hum vond in moeders laoi.
Nog meer lekkers zag ‘k dien mergen
ien de laoi van ’t kammenet
‘k Docht: zou moeder Sinterklaas zin?…
Jao, best meuglik!…Opgelet!
Veur haor bedstee hè’k ‘en klumke
hooi en wortels neergezet;
Maor ze zei mien, toen’k goeng slaopen
"Zet ‘et veur oew eigen bed!
"Went de bisschop laot oe weten
dat ie rijdt bij ou vannacht
Mergen vruug dan kum’k is kieken
wâ de heilige man oe bracht"
‘k Kreeg ’n kruuske op ‘et veurheufd
met ’n "slaopwel!" op de wang;
Trooi mien kleine kaomer binnen
lachend maor ’n bietje bang…
Bang?… Waorveur zou’k bang zin? Gekheid!
Kiek ‘en bisschop is gen spook…
’t Is ‘en heilige man uut Spanje, 
dâ zeit moeder – ’t gleuf ‘et ook;
Maor, dat-ie te peerd ien huus kumt
deur ’t schorsteengat – dâ’s raor!
Zonder nek of poot te breken
speult geen enkel peerd dâ klaor.
’t Is kemiek!…Zou moeders zelvers? –
O, ze houwt zo veul van mien
Maor ze kan ‘m ook aorig foppen –
Zou zij zelvers? Hé!…Misschien!

Zo lei’k lang in bed te miemren –
met de dekens aan de mond
Hiew ‘k den aojem ien, al luusterend
en keek scharp ien ’t duuster rond.
Stil!…daor piept de deur…gauw snurken
net of ik slaop. D’r kumt wat heur
Wie zou ’t zin! Zo waor ’t is moeder…
‘k zie ’t bij ’t schiensel uut de deur
Zuutjes schuuft ze op kousenvuutjes
buugt zich veur de taofel neer.
Leit daorop ‘en groten klaosman,
sukerbeuntjes en nog meer;
Heel veurzichtig haolt ze uut ’t klumpke
hooi en wortels – krek of ’t peerd
’t Helegaor had opgevreten –
en maokt haostig rechtsumkeert
Deur weer dicht – maor zonder piepen…
Weer is ’t duuster – Nou d’r uut!
En daor stao ‘k al veur de taofel
dansend op mien blote vuut
Klaosman, beuntjes, ’t hele boeltje
gauw mee naor de werme kooi
‘k Kruup er ien, en toen aon ’t smullen
net zo lang, da’k heel de zooi
Tot ‘et leste brukske en stukske
is geburgen ien mien maog
Was de maog daarmee tevrejen?
Jongens doen haor nooit zo’n vraag!
’t Heugt mien deksel goed alevel
‘k had ’n raoren droom toen’k sliep
Pieterbaos danst op zien klompen
ien mien maog de horlepiep.
’s Mergens heur ik moeder schrauwen:
"Chriestne zielen!"op die shrauw
koekeloer ‘k deur ’t bedgordientje:
’t goeje mins zit arg ien ’t nauw…
Met de handen saomgevouwen
blieft ze ’n poos bedrempeld staon
Scharp naor alle kanten kiekend
fluusterend: "Wâ nou gedaon?"

Of ik van de Prins gen kwaod weet,
riep ik: "Goeje mergen, moe!"
"G’mergen jungske!" zei ze vriendlik
en kwiem langzaam naor mien toe.
Op de taofel wiezend, vraogt ze:
"Zo! De bisschop kwiem hier niet!…
"Toch wel moe! ’t Peerd hêt et klumpke
leeggevreten, zo ge ziet!"
"Zo! En gij?…Al opgegeten
wat ie reej op taofel?…Zeg?…"
"Jao! Hie zei mien: eet maar op jong,
anders pakt’et moeder weg!"
"Schelm, ge fopt mien!" riep ze lachend,
"Maor ’t is nou de leste keer:
"Sinter Klaos rijdt veur zoo’n deugniet
op’en ander jaor nie meer!"-

"Chriestne Zielen!" Aorige uutroep,
die nao meer dan vieftig jaor,
Mien nog schreien duut van ’t lachen
en weemuujigheid te gaor.

Bernard van Meurs

Woordverklaringen

-Aorig=Eigenaardig, merkwaardig, typisch.
-Weemujigheid=Weemoed. Hij lacht zich tranen van nostalgie.
-Somwielen=Somwijlen, soms
-Fuut=Weg, komt in het (stads)fries nog voor: Jelle is fut.
-kiefief=quivive, op z’n quivive zijn, op z’n hoede.
-priegel=klappen, slaag met de roe.
-miemren=mijmeren, piekeren.
-horlepiep=verbastering van het (engelse) woord hornpipe, een volksdans.

Reacties, destijds geplaatst op hhBest 1

Buitengewoon aardig. Zal, zoals je zelf al stelt, door vooral oudere Brabanders zeer op prijs worden gesteld, dit uitgebreid, met uitleg, toelichting en illustraties op jouw site terug te vinden. Ik herinner mij het vers nu ook weer. Je aantekening erbij dat de viering feitelijk niet veranderd is, behalve de geloofwaardige kant bij de jongsten, is juist. Ik wil er nog eens aan toevoegen: de materiële zijde. Wat waren wij toch blij met kleurpotloden en een tekenboek. Ik vroeg een miniatuur mechanische (opwindbare) locomotief en kreeg er een van chocolade!

BB


Erg leuk. Mijn moeder las het ook vaak. Zij kwam zelf uit de Achterhoek Lichtenvoorde. Als jong meisje met haar zussen naar het Gooi om er te werken in een "dienstje" bij rijke mevrouwen. Mopperde altijd dat haar broer het boekje Kriekende Kriekske had ingepikt …. Zo gaan die dingen.
Wil van Hamersveld, Hilversum.


Tot mijn groot plezier vond ik de pagina hhBest bij Google en hierdoor het gedicht Chriestne Zielen van Bernard van Meurs.
Mijn moeder, inmiddels 91 jaar, droeg dat gedicht vroeger vaak voor, maar is nu stukken van de tekst kwijt.
Via Seniorplaza.nl heb ik een verzoek geplaatst of mensen dit gedicht kenden.
Tot mijn verbazing kreeg ik na 2 dagen al een reaktie met de naam van Bernard van Meurs erbij als maker ervan. Het waren alleen andere gedichten van hem die doorgestuurd werden.
Vervolgens heb ik bij Google deze naam ingetoetst en kwam op jouw website terecht, met het geweldige resultaat dat het hele gedicht in dit artikel stond.
Binnen één week dus iets waar ik al lang naar op zoek was.
M’n moeder zal er erg veel plezier aan beleven.

Helma Janzing.

(Discussierubriek Plein 01.09.06)


Ik heb al eerder geprobeerd dit gedicht te vinden en ik ben ontzettend blij dat ik het nu is gelukt.
Mijn moeder leerde het vroeger op school, ze kon het helemaal uit haar hoofd. Tot haar spijt wist ze de laatste tijd alleen nog te komen tot het zinnetje:
‘Zo Beveurbeild uut mien jonkheid
schiet mien ien ’t kemiek geval
Dâ’k op Sinter Klaos beleefd heb
en oe nou vertellen zal’
Mijn moeder is dement aan het worden, dus de zinsnede ‘mien geheugen speult m’al parten’ is voor haar heel herkenbaar. Ze draagt dit stukje dan ook steeds met nadruk voor, samen met haar zus die ook al heel vergeetachtig is. Heel ontroerend is dat. 
Gisterenavond waren de zussen weer samen op moeders verjaardagsfeest en weer werd het gedicht voorgedragen. Ik nam me voor om koste wat kost het hele rijm te vinden en ik ben dan ook erg blij dat ik er vandaag uiteindelijk in geslaagd ben. Ik ga hier twee Brabantse zussen heel blij mee maken.
Ik dank jou, en ook postuum Hannemarie de Jong-de Laat, voor de complete versie en de uitleg die er bij hoort.
Hilde van Engelen

(email 28.09.2007)


Ik ben ontzettend blij met de tekst van het Sinterklaasgedicht Chriestne Zielen. Ik ben er wekenlang via allerlei sites naar op zoek geweest. Nu ik het weer in zijn geheel lees komt het allemaal weer boven. Mijn moeder was een fan, zo heette dat toen nog niet, van Julia de Gruiter, die het meermalen heeft voorgedragen op de toen nog distributieradio (eind jaren 40).
Nogmaals heel erg bedankt. U hebt me blij gemaakt.

W.Gevers

(email 29.11.2007)
——————————————————————————————————————————–

Met heel veel plezier heb ik het Sinterklaasgedicht van pater Van Meurs gelezen. Mijn moeder las het elk jaar voor en ik ken zelf nog steeds grote stukken ervan uit mijn hoofd. Mijn moeder is op vrij jonge leeftijd gestorven en ik merk dat het gedicht van Van Meurs mij nog steeds raakt. Ik heb een heel oud exemplaar van dit gedicht en ik denk dat het uit een Katholieke Illustratie komt. Ik heb het altijd bewaard en het is helemaal vergeeld en verweerd. Toen ik het gedicht las op deze site viel het mij onmiddellijk op dat er twee zinnen ontbraken. Ik heb het nog even opgezocht in mijn vergeelde vodje en het bleek ook zo te zijn.
Na de zin: "Went ik trok ’n bietje ien twijfel de echtheid van den Sinter Klaos" .
komt: "En gen zier meer kos ik gleuven aon zien knecht den Pieterbaos".

Natuurlijk wil ik je hartelijk bedanken voor de aandacht die er aan dit onvergetelijke gedicht geschonken is.

Marion Vermeltfoort. Schijndel

(email 20.01.2008)


3 Reacties op “Sinterklaas 150 jaar geleden”

  • een groot aantal jaren is Wies, mijn zus, op zoek geweest naar de tekst van Chriestne Ziele.
    Zij pedicuurde aan huis en ook hier in het Bejaardenhuis.Een heel oude mevrouw uit Loon op Zand kende het nog en schreef het zo vooor haar uit. Vorig jaar hebben we met de leesclub van hier – Antoniushof- het gedicht “behandeld”.
    Wies is vorig jaar september overleden aan kanker en had Alzheimer. Wat zou ze genoten hebben ; nu dit jaar wordt het voorgedragen voor een grote groep bejaarden gelardeerd met leuke,oude plaatjes.
    Ik verheug me er nu al op
    .
    Bedankt! trees bergmans

  • Marie-José Heijn-Behle:

    Met heel veel plezier heb ik bovengenoemde gedicht weer gelezen. Ik kende alleen de eerste regels nog, maar ik vermoed dat ik het hele gedicht ooit eens heb op moeten zeggen met een of ander feestje bij de nonnen in Boxtel in 1955 of 1956. Ik wist alleen niet zeker of het nu een Brabants gedicht was of niet, omdat ik alleen het dialect van de Meierij kende en dat mochten mijn zusje en ik niet spreken. Onze moeder kwam uit Zwolle, dus ….. alleen ABN. Nu woon ik al jaren “boven de rivieren”, maar word een dagje ouder en dan trekt alles uit Brabant weer aan je. De tekst van een gedeelte van het gedicht komt me dus heeeel bekend voor.

    Alhoewel Biezenmortel niet ver van Boxtel ligt is het Brabants toch sappiger dan dat van de Meierij, of lijkt dat maar zo?

    Ik wil alleen maar zeggen dat ik het leuk vond dat de tekst van het gedicht bewaard is gebleven. Een computer is toch wel handig, zelfs voor de oudjes.

Reageer